5. Vóór inbedrijfstelling
5.1 Montage
De heggenschaar is kant-en-klaar gemonteerd.
Er zijn geen montagewerkzaamheden nodig.
Om het gereedschap beter te kunnen geleiden is
de heggenschaar voorzien van een draaigreep
die u naar behoefte in de standen -90°/0°/+90
kan brengen. Trek te dien einde de hendel (fi g. 5,
pos. B) naar beneden, breng de draaigreep in de
gewenste stand en laat dan de hendel terug naar
boven vastklikken. Dankzij de verschillende inst-
elbare standen wordt het bovenhoofds werken of
het werken op andere moeilijk te bereiken plaats-
en vergemakkelijkt.
Let op: Het veranderen van stand van de draaig-
reep mag slechts bij afgezette motor gebeuren.
5.2 Brandstof en olie
Aanbevolen brandstoff en
Gebruik alleen een mengeling van normale loodv-
rije benzine en speciale tweetaktmotorolie. Meng
de brandstofmengeling volgens de brandstof-
mengtabel.
Let op! Gebruik geen brandstofmengeling die
langer dan 90 dagen werd bewaard.
Let op! Gebruik geen tweetaktolie waarvoor een
mengverhouding van 100 tot 1 wordt aanbevolen.
Wordt door onvoldoende smering schade aan de
motor berokkend, komt de motorgarantie van de
fabrikant te vervallen.
Let op! Gebruik voor het transport en bewaren
van brandstof alleen vaten die daarvoor voorzien
en toegelaten zijn.
Giet telkens de juiste hoeveelheid benzine en
tweetaktolie de bijgaande mengfl es in (zie opge-
drukte schaal). Schud daarna de fl es fl ink door.
5.3 Brandstofmengtabel:
Mengmethode: 40 delen benzine op 1 deel olie
Benzine
1 liter
5 liter
Anl_GC_PH_2155_SPK7.indb 60
Anl_GC_PH_2155_SPK7.indb 60
NL
2-takt olie
25 ml
125 ml
- 60 -
6. Gebruik
Gelieve de wettelijke bepalingen m.b.t. de veror-
dening inzake de bestrijding van lawaaioverlast
na te leven die plaatselijk kunnen verschillen.
Gebruik en start het gereedschap enkel in open
lucht in goed verluchte bereiken om het lichameli-
jk gevaar door giftige gassen te verminderen.
6.1 Koude motor starten (fi g. 1-5)
Giet in de tank de behoorlijke hoeveelheid benzi-
ne-/oliemengeling.
1. Het toestel op een hard eff en vlak plaatsen.
2. 10 keer op de brandstofpomp (primer) druk-
ken (fi g. 1, pos. 9).
3. AAN/UIT-schakelaar (fi g. 3, pos. 6) naar de
stand "I" brengen.
4. Choke-hendel (fi g. 1, pos. 5) naar de stand
I I brengen.
5. Het toestel goed vasthouden en de starterko-
ord (fi g. 1, pos. 11) eruit trekken tot de eerste
weerstand. Dan de startkabel twee keer fl ink
doorhalen.
6. Choke-hendel (fi g. 1, pos. 5) naar de stand
I I brengen.
7. Het toestel goed vasthouden en de starterko-
ord (fi g. 1, pos. 11) eruit trekken tot de eerste
weerstand. Dan de startkabel vier keer fl ink
doorhalen. Het toestel zou moeten starten.
Let op: De starterkoord niet terug laten
springen. Dit zou tot beschadigingen kunnen
leiden.
Is de motor gestart, het toestel ongeveer 10 s
laten warmlopen.
8. Mocht de motor niet aanslaan, herhaalt u de
stappen 4 tot 8.
Opgelet! Slaat de motor ook na meerdere po-
gingen niet aan, gelieve het hoofdstuk "Fouten
verhelpen aan de motor" te raadplegen.
Opgelet! Haal de startkoord steeds recht door.
Wordt de kabel met een hoek doorgehaald, ont-
staat wrijving aan het oog. Door deze wrijving
wordt de koord open geschuurd en gaat sneller
verslijten.
6/2 Warme motor starten (het gereedschap
stond voor niet meer dan 15 à 20 min. stil)
1. Het toestel op een hard eff en vlak plaatsen.
2. AAN/UIT schakelaar naar de stand "I" bren-
gen.
3. Het gereedschap aan de voorste handgreep
25.08.2017 09:50:50
25.08.2017 09:50:50