NL
1) Zet de draaischakelaar (5) in de stand
"Ω •
•
B
op het display via de aanduiding OL ge-
meld.
2) Verbind de uiteinden van de testkabels
met de testpunten van het te testen circuit.
Het geschikte meetbereik wordt automa-
tisch door de multimeter geselecteerd. Het
display (1) geeft het geselecteerde meet-
bereik en de gemeten waarde weer. De
gemeten waarde wordt zowel digitaal als
een getal als analoog in de vorm van een
bargrafiek weergegeven.
5.3.1 Weerstandsmeting met de zoemer
1) Met de draaischakelaar (5) in de stand
"Ω •
•
46
". Open testkabels worden
" drukt u op de keuzetoets
(3). De multimeter staat in 'zoemer'stand.
Het symbool
het display (1).
2) Verbind de uiteinden van de testkabels
met de testpunten van het te testen circuit.
De multimeter is ingesteld op een meetbe-
reik van maximaal 300 Ω. Indien de geme-
ten weerstand lager ligt dan 20 Ω, treedt
de zoemer in werking.
3) Door opnieuw op de keuzetoets te druk-
ken, wordt de multimeter in de diode-test-
stand gezet. Wordt tweemaal op de keu-
zetoets gedrukt, dan staat de multimeter
terug in de stand weerstandsmeting zon-
der zoemer.
wordt weergegeven op