Anleitung Akku 1000 12-spr.
NL
LADEN VAN DE ACCU
De accu is vanuit de fabriek al geladen om de
volledige maaicapaciteit te kunnen benutten, maar
zal voor de ingebruikneming moeten worden
opgeladen. Uitsluitend de bij het apparaat geleverde
acculader gebruiken.
Ander ladingen zijn noodzakelijk:
a) Na iedere maaibeurt (ook als de accu nog niet
volledig leeg is)
b) Alvorens de accu voor de winter op te bergen
c) Als hij gedurende langere tijd niet is gebruikt
(meer dan 6 maanden)
Het laden van de accu:
a)
Het handmoer (fig. A pos. 9) en de
motorkap verwijderen
b)
De accu uit de cirkelmaaier verwijderen en
op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen plaatsen (fig. E).
c)
Het contact van de accu op de steker van de
acculader aansluiten en goed op de vorm
van de aansluiting letten.
d)
De acculader vervolgens op het
elektriciteitsnet aansluiten.
Om de acculader niet te beschadigen niet meer dan
48 uur achtereen laden.
STARTEN
Om het ongewenste starten van de maaimachine te
voorkomen is de groep van de interruptieschakelaar
met een veiligheidsknop uitgerust (fig. H pos. 1) die
moet worden ingedrukt voordat de starthefboom (fig.
H pos. 2) kan worden aangetrokken. Als de
laatstgenoemde handeling wordt uitgevoerd zal een
"klik" van de schakelaar hoorbaar zijn.
De veiligheidssleutel in de groep van de
interruptieschakelaar steken (fig. F pos. 1).
Op de veiligheidsknop drukken en de hefboom naar
boven trekken; de motor zal nu moeten starten. Als
de hefboom wordt losgelaten, zal de veiligheidsknop
weer in de oorspronkelijke stand moeten terugkeren
en de motor stoppen.
Het wordt aanbevolen deze handelingen enige
malen te herhalen alvorens met het maaien te
beginnen om er zeker van te zijn dat alles naar wens
functioneert.
OVERBELASTINGSBEVEILIGING
De cirkelmaaier is van een overbelastingsbeveiliging
voorzien. Als de cirkelmaaier te zwaar wordt belast,
zal de beveiliging ingrijpen en de motor stoppen. In
zo'n geval de interruptieschakelaar loslaten en
wachten tot de beveiliging weer is ingeschakeld
20
06.11.2001 11:43 Uhr
alvorens de machine opnieuw te starten.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET
GEBRUIK
Alvorens met het maaien te beginnen controleren of
alle stenen en eventuele vreemde voorwerpen die
tegen het mes zouden kunnen komen en deze
beschadigen van het gazon zijn verwijderd. De
maaihoogte instellen afhankelijk van de werkelijke
hoogte van het gras. Desnoods meerdere malen
maaien en niet meer dan 4 cm per keer. Het beste
resultaat wordt verkregen door langzaam en met
constante snelheid te maaien. Vooral op hellingen
dient bij het draaien bijzonder goed te worden
opgelet. De grasvangbak ledigen zodra deze vol is
om te voorkomen dat de afvoeropening verstopt
raakt. Deze cirkelmaaier kan ook zonder
grasvangbak worden gebruikt, maar in dat geval
dient erop te worden gelet dat de beschermklep de
afvoeropening goed afsluit. Om de afvoeropening
niet te verstoppen en om overbodige overbelasting
van de motor te voorkomen is het beter niet over
hopen gemaaid gras te passeren.
Om de maaicapaciteit te vergroten, een andere
geladen accu plaatsen.
ONDERHOUD
LET OP! Bij alle controle-, onderhouds- en
opberghandelingen moet de motor worden uitgezet
en de veiligheidssleutel uit de interruptieschakelaar
verwijderd.
Een regelmatig onderhoud van de cirkelmaaier is
een garantie voor het goede functioneren en een
lange levensduur ervan.
Het verdient de voorkeur de cirkelmaaier schoon te
maken met een borstel of een oude doek. Nooit
oplosmiddelen of waterstralen gebruiken om het vuil
van de machine te verwijderen. Het meest aan
slijtage onderhevige onderdeel is het mes, daarom
regelmatig controleren of hij nog goed vast zit en nog
scherp genoeg is.
Als het mes versleten is dient hij te worden
vervangen of te worden geslepen. Als er trillingen
worden gevoeld betekent dit dat het mes is vervormd
als gevolg van onopzettelijke stoten. Aan het begin
van ieder seizoen de staat van het mes, de accu en
de elektrische aansluitingen zorgvuldig controleren.
Als het draaiende mes een voorwerp raakt, de
cirkelmaaier stoppen en controleren of de
bewegende delen niet zijn beschadigd: anders
vervangen.
VOOR INLICHTINGEN EN OM
VERVANGINGSONDERDELEN TE BESTELLEN
Seite 20