V
OORZORGSMAATREGELEN MET
◆
Laad de batterij niet opnieuw op wanneer deze reeds geheel
opgeladen is. Dat kan de levensduur van de batterij verkorten of
de batterij kan beschadigd raken.
◆
Nadat de batterij is opgeladen dient u deze van de oplader te
ontkoppelen. Als de oplader opnieuw wordt ingeschakeld (op
AAN nadat deze op UIT werd gezet), begint het opladen opnieuw
en raakt de batterij overladen.
◆
Gebruik de zendontvanger niet wanneer de batterij wordt
opgeladen. We raden aan de zendontvanger op UIT te zetten
wanneer deze wordt opgeladen.
◆
Sluit de batterijcontacten niet kort en werp de batterij niet in het
vuur.
◆
Probeer nooit het omhulsel van de batterij te verwijderen.
Informatie met betrekking tot de (optionele) Li-ion-batterij:
De batterij bevat brandbare materialen zoals organische oplosmiddelen.
Door een ruwe behandeling kan de batterij scheuren (wat vlammen of
intense hitte veroorzaakt), slechter functioneren of wordt anderszins
schade aan de batterij toegebracht. Neem de volgende
verbodsbepalingen in acht.
•
Demonteer of reconstrueer de batterij niet!
De batterij heeft een veiligheidsvoorziening en een
beveiligingsschakeling om gevaar te voorkomen. Wanneer de
batterij ernstig beschadigd raakt, kan deze hitte of rook
produceren, scheuren of in brand vliegen.
•
Sluit de batterij niet kort!
De + en – polen niet met elkaar verbinden met behulp van
metaal (zoals een paperclip of een draadje). De batterij niet
vervoeren of bewaren in houders die metalen voorwerpen
bevatten (zoals draden, halskettingen of haarspelden). Als de
batterij wordt kortgesloten, zal er een zeer sterke stroom vloeien
en kan de batterij hitte of rook produceren, scheuren of in brand
vliegen. Hierdoor raken metalen objecten ook verhit.
N-2
VOORBEREIDING
B
ETREKKING TOT DE
B
ATTERIJ