Scannen is handig voor het monitoren van signalen op de
transceiverkanalen. Tijdens het scannen controleert de
transceiver ieder kanaal op een signaal, en stopt alleen als een
signaal wordt ontvangen.
De transceiver blijft staan op een bezet kanaal totdat het signaal
niet meer wordt ontvangen. Uw dealer kan de vertragingstijd
tussen het wegvallen van het signaal en het hervatten van het
Scannen programmeren. Als tijdens deze vertragingstijd een
signaal wordt ontvangen, blijft de transceiver op hetzelfde kanaal
staan.
Opmerkingen:
◆
U kunt het Scannen alleen gebruiken als uw dealer minstens
2 kanalen in uw transceiver heeft geprogrammeerd. Bovendien
moeten minstens 2 kanalen niet vergrendeld zijn voor Scannen.
◆
Vraag uw dealer voor een beschrijving over hoe het Scannen van
Kanalen werkt bij gebruik van 5-Toon- of DTMF-signalering.
Om met het scannen te beginnen, drukt u op de toets waaronder
Scannen is geprogrammeerd.
•
Het scannen begint bij het huidige kanaal en doorloopt alle kanalen in
oplopende volgorde.
•
De LED-indicator knippert groen.
•
Als een signaal wordt ontvangen op een kanaal en de signalering
overeenkomt, brandt de LED-indicator groen.
Om het scannen te stoppen, drukt u nogmaals op de toets
waaronder de Scan-functie is geprogrammeerd.
P
RIORITEITSKANAAL
Als uw dealer een Prioriteitskanaal in uw transceiver heeft
geprogrammeerd, zal de transceiver automatisch overschakelen
naar het Prioriteitskanaal wanneer daarop een oproep wordt
ontvangen, zelfs als op een normaal kanaal reeds een oproep
wordt ontvangen.
De transceiver blijft op het Prioriteitskanaal staan totdat het signaal
wegvalt. Uw dealer kan de vertragingstijd tussen het wegvallen
van het signaal en het hervatten van het Scannen programmeren.
SCANNEN
-S
CANNEN
N-17