b. Steek de spoelvergrendeling in de spoelhouder
en draai de vergrendeling 90 graden om de
spoel te vergrendelen.
5. Voer het filament door de filamentdoorvoerbuis.
Het filament kan vervolgens in de extruderopening
worden gevoerd (afbeelding handleiding 11).
Op deze manier ervaart de extruder de minste
weerstand tijdens de bouwbewerking.
Filament-
doorvoerbuis
6. Bevestig printbedtape op het printbed.
7. Installeer het printbed en zet het vast met de beugels.
8. Steek de voedingskabel in het stopcontact en
activeer de voedingsschakelaar (het duurt ongeveer
30 seconden voordat de Dremel 3D20 goed is
opgewarmd).
9. Selecteer 'Extra' (Tools) op de touchscreen van uw
Dremel 3D20, gevolgd door 'Filament' en 'Filament
laden' (Load filament).
10. Duw het filament vanuit de filamentdoorvoerbuis
in de extruderopening (bovenkant). Selecteer
'Volgende' (Next).
11. Uw Dremel 3D20 zal de extruder nu gaan
verwarmen. De Dremel 3D20-touchscreen zal
worden bijgewerkt zodra de extruder 'HEET' (HOT)
is, en kan worden geladen.
12. Zodra uw Dremel 3D20 klaar is voor het
extruderen, begint u het filament langzaam door te
voeren, tot de extruder het doorvoeren overneemt.
LET OP
!
AAN TIJDENS HET GEBRUIK, OF VOORDAT DE
SPUITMOND IS AFGEKOELD TOT EEN
TEMPERATUUR VAN HOOGSTENS 60°C (140°F).
AANRAKING VAN DE EXTRUDERSPUITMOND
TIJDENS OF NA GEBRUIK, VOORDAT DE
SPUITMOND IS AFGEKOELD, KAN PERSOONLIJK
LETSEL OPLEVEREN.
13. Het filament wordt vervolgens in de extruder
getrokken, en komt dan uit de verwarmde
spuitmond aan de onderkant van de extruder.
Nadat het filament uit de verwarmde extruder
is gekomen, drukt u op de terug-pijl om het
laadproces af te ronden. Overtollig filament dient
u voorzichtig te verwijderen zonder de hete
extruderspuitmond aan te raken.
LET OP: Er zijn testobjecten op uw Dremel 3D20
gemaakt voordat het apparaat door de fabriek
is vrijgegeven. Deze testobjecten zijn mogelijk
gemaakt met filament van een andere kleur
dan u gebruikt. Het kan dus zijn dat een kleine
hoeveelheid van dit filament is achtergebleven
in de extruder. Wanneer u het filament voor de
eerste keer laadt, is het dan ook van belang dat u
wacht tot het filament dat uit de extruder komt, de
gewenste kleur heeft.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig te werk bij
het verwijderen van materiaalafval om zo de
extruderspuitmond niet te beschadigen. De
Dremel 3D20 functioneert niet goed wanneer de
extruderspuitmond is beschadigd; deze zal dan
moeten worden vervangen.
14. Na het laden van het filament controleert u of er
geen materiaalafval aan de extruderspuitmond
zit. Zo nodig verwijdert u dit materiaal met een
punttang totdat de extruderspuitmond schoon is.
15. Als het filament niet in de extruder wordt getrokken,
of als het niet uit de extruderspuitmond komt, drukt
u op 'Annuleren' (Cancel). Selecteer 'Instellen'
(Setup), gevolgd door 'Filament verwijderen'
(Unload filament). Zodra uw Dremel 3D20 aangeeft
dat het apparaat klaar is voor gebruik, verwijdert
u voorzichtig het filament van de bovenkant van
de extruder, en herhaalt u het filamentlaadproces
hierboven. Raadpleeg het onderdeel
Probleemoplossing voor verdere instructies.
153
RAAK DE EXTRUDERSPUITMOND
VAN DE DREMEL 3D20 NIET