OPMERKING:
• De stelring vergrendelt niet wanneer de wijzer halfweg
tussen de schaalverdelingen staat.
• Gebruik het gereedschap niet met de stelring ingesteld
tussen het cijfer 16 en de
het gereedschap beschadigd raken.
Indraaien van schroeven (Fig. 9)
Plaats de schroefbit in de boorkop en oefen druk op het
gereedschap uit. Begin met lage snelheid en voer dan de
snelheid geleidelijk op. Laat de trekschakelaar los zodra
de koppeling ingrijpt.
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat u de schroefbit recht op de schroefkop
plaatst, aangezien anders de schroef en/of de schroef-
bit beschadigd kan worden.
• Wanneer u houtschroeven indraait, maak dan voor-
boorgaten in het hout. Dit vergemakkelijkt het vast-
schroeven en voorkomt dat het hout splijt. Zie de
onderstaande tabel.
Nominale diameter van
houtschroef (mm)
3,1
3,5
3,8
4,5
4,8
5,1
5,5
5,8
6,1
• Indien het gereedschap ononderbroken wordt gebruikt
totdat de accu is ontladen, dient u het gereedschap 15
minuten te laten rusten vooraleer met een nieuwe accu
verder te werken.
Boren
Draai eerst de stelring zodat de wijzer op het gereed-
m
schap naar de
markering wijst. Ga dan als volgt te
werk.
• Boren in hout
Voor boren in hout krijgt u de beste resultaten met
houtboren die voorzien zijn van een geleideschroef.
Het boren gaat dan gemakkelijker aangezien de gelei-
deschroef de boor in het hout trekt.
• Boren in metaal
Wanneer u begint te boren, gebeurt het vaak dat de
boor slipt. Om dit te voorkomen, slaat u van tevoren
met een drevel een deukje in het metaal op de plaats
waar u wilt boren. Plaats vervolgens de boor in het
deukje en start het boren.
Gebruik altijd boorolie wanneer u in metaal boort. De
enige uitzonderingen zijn ijzer en koper die droog
geboord dienen te worden.
LET OP:
• Door overmatige druk op het gereedschap uit te oefe-
nen verloopt het boren niet sneller. Integendeel, teveel
druk op het gereedschap zal alleen maar de boorpunt
beschadigen, de prestatie van het gereedschap ver-
minderen en de gebruiksduur verkorten.
24
m
markering. Hierdoor kan
Aanbevolen diameter
voorboorgat (mm)
2,0 – 2,2
2,2 – 2,5
2,5 – 2,8
2,9 – 3,2
3,1 – 3,4
3,3 – 3,6
3,7 – 3,9
4,0 – 4,2
4,2 – 4.4
• Wanneer de boor uit het gaatje te voorschijn komt,
wordt een enorme kracht uitgeoefend op het gereed-
schap en op de boor. Houd daarom het gereedschap
stevig vast en wees op uw hoede wanneer de boor
door het werkstuk begint te dringen.
• Wanneer de boor klemraakt, keert u met de omkeer-
schakelaar de draairichting om, om de boor uit het
gaatje te krijgen. Het gereedschap kan echter plotse-
ling terugspringen indien u het niet stevig vasthoudt.
• Kleine werkstukken dient u altijd eerst vast te zetten in
een klemschroef of iets dergelijks.
• Indien het gereedschap ononderbroken wordt gebruikt
totdat de accu is ontladen, dient u het gereedschap 15
minuten te laten rusten vooraleer met een nieuw accu
verder te werken.
ONDERHOUD
LET OP:
Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en de
accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te voeren
aan de machine.
Vervangen van koolborstels (Fig. 10 en 11)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven
limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelij-
kertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van
andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar
voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Makita Servicecentrum
voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze
accessoires.
• Schroefbits
• Handgreep
• Rubber steunschijf set
• Schuimrubber polijstkussen
• Diepteaanslag
• Wollen poetsschijf
• Diverse types originele Makita accu's en acculaders
• Plastic draagkoffer