BELANGRIJKE OPMERKINGEN - BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Elektronische besturingsunits voor gelijkstroommotoren met een ingebouwde ontvanger, waarmee 300 gebruikerscodes S4XX / 1000 gebruikerscodes
S500 in het geheugen vastgelegd kunnen worden. De decodering is van het 'rolling code' type en de werkingsfrequentie is 433 MHz met RF module
S449 / S504 of 868 MHz met RF module S486 / S508. Het motortoerental wordt elektronisch geregeld: het begint laag en neemt daarna toe in snelheid;
de snelheid wordt verlaagd als de poort de eindaanslag nadert, zodat de poort op gecontroleerde wijze stopt.
Het programmeren wordt met de toetsen
de poort instellen. Het inschakelen van de klem- en meesleepbeveiligingssensor tijdens het sluiten en openen zorgt voor omkering van de looprichting
van de poort.
Opgelet! Op geen enkel punt van de elektronische print staat 230 Vac spanning: er is alleen veilige laagspanning beschikbaar. In overeenstemming
met de elektrische veiligheidsvoorschriften is het verboden om de aansluitklemmen 9 en 10 rechtstreeks aan te sluiten op een schakelkring
waar een spanning van meer dan 30 Vac/dc op staat.
• Voor de goede werking van het programmeersysteem moeten de ingebouwde batterijen in goede staat zijn: in geval van black-outs zal het
programmeersysteem wanneer de batterijen leeg zijn de positie van de poort kwijtraken als gevolg waarvan er een alarm afgegeven zal worden.
Controleer dus de goede werking van de batterijen om de zes maanden (zie blz. 263 'De batterijen controleren').
• De uitgang voor de stroomvoorziening van gecontroleerde lasten (aansluitklem 15) dient (indien geïnstalleerd) om het batterijstroomverbruik tijdens
black-outs te verminderen; fotocellen en andere veiligheidsvoorzieningen moeten dus aangesloten worden op deze uitgang.
• Wanneer een commando via radio (of via kabel) wordt ontvangen, stuurt het programmeersysteem spanning naar de CTRL 24 Vdc uitgang. Vervolgens
wordt de toestand van de veiligheidsvoorzieningen beoordeeld en als zij in de rusttoestand zijn, zal de motor ingeschakeld worden.
• Wanneer u apparaten aansluit op de uitgang voor 'gecontroleerde lasten' is het ook mogelijk om de zelftest uit te voeren (geactiveerd met behulp van
'TEST FI' en 'TEST FS' in het menu 'OPTIES') om te controleren of de veiligheidsvoorzieningen goed functioneren.
• De voedingskabel moet van rubber zijn en van het type 60245 IEC 57 (bijv. 3 x 1.5 mm
• De kabel mag alleen worden vervangen door vakbekwame technici.
• Er mogen geen kabels met aluminium geleiders gebruikt worden; de uiteinden van de kabels die op de aansluitklemmen aangesloten moeten worden
mogen niet gesoldeerd worden; er moeten kabels gebruikt worden die gemarkeerd zijn met T min 85°C en die bestand zijn tegen weersinvloeden.
• De geleiders moeten op passende wijze in de buurt van de aansluitklemmen worden bevestigd zodat zowel de isolatie als de geleider stevig vastgezet
wordt.
PROG/OK
gedaan. Hiermee kunt u het systeem, de stroomsensor en de totale looplengte van
223
H05RN-F).
2