6. Vier gaten (Ø10mm) boren en plugs
aanbrengen.
7. De tapschroeven zover in de plugs
schroeven dat ze nog ongeveer
20mm uitsteken, daarna de moeren
op de tapschroeven draaien.
8 . D e
a f v o e r l u c h t s l a n g
aansluitingsleiding vanaf het plafond
n a a r
b e n e d e n
afvoerluchtslang moet ongeveer
25cm uit het plafond steken.
9. De montageflens met motormodule
over de afvoerluchtslang schuiven en
aan de tapschroeven hangen. De
e n
d e
v o e r e n .
D e
motormodule uitlijnen, daarna de
moeren stevig aantrekken.
10. De afvoerluchtslang over de
aansluitingsbuis schuiven en door
m i d d e l
v a n
bevestigen, verzekeren dat de
slang niet gebogen wordt.
D a a r n a
d e
aansluitingskabels verbinden.
gebruik van een externe blazermotor
de aansluitingskabel verbinden.
nl
d e
s l a n g k l e m
e l e k t r i s c h e
Bij
35