- Maak de opnamesleuf voor de schaafbeitel
schoon. Let op: Om corrosie van de schaaf-
kop te voorkomen moet de pH-waarde van het
gebruikte reinigingsmiddel tussen de 4,5 en 8
liggen.
- Schuif een nieuw spiraalmes [4-2] met de kant
van het opschrift in de richting van de achterste
schaafzool in de opnamesleuf van de schaafkop.
- Breng met behulp van een lineaal [4-3] de
schaafbeitel in zo'n stand dat de voorkant ervan
op één lijn staat met de voorste en achterste
schaafzool.
Een naar buiten uitstekend of naar binnen
teruggeplaatst spiraalmes aan de voorzijde
leidt tot een verkeerde sponningbreedte.
- Draai eerst de middelste en daarna de beide
buitenste schroeven [4-1] vast.
5.3
Montage van de geleiders
(ten dele Accessoires)
Sponningdieptegeleider FA-HL
De sponningdieptegeleider [2-1] wordt in de
schroefdraaduitboring [2-14] aan de rechterkant
van het apparaat gezet.
Hij kan traploos volgens schaal tussen 0 en 30
mm ingesteld worden. De ingestelde sponning-
diepte wordt afgelezen bij de markering aan de
ribbel [2-13].
Parallelaanslag PA-HL
De breedtegeleider [2-11] wordt in de schroef-
draaduitboring [2-9] aan de linkerkant van het
apparaat gezet.
Voor het schaven langs een rand kan, na het
losmaken van de klem [2-10], met de geleider
de schaafbreedte tussen 0 en 82 mm ingesteld
worden.
Hoekaanslag WA-HL
De hoekaanslag wordt analoog aan de breedte-
geleider in het draadgat [2-9] bevestigd.
5.4
Afzuiging
Sluit de machine altijd aan op een afzui-
ging.
De spanen kunnen met behulp van de tuimelaar
[5-2] naar keuze via de rechteropening [5-3] of de
linkeropening [5-4] worden afgevoerd. Op beide
openingen kan zowel een spaanderzak als een
afzuigslang (Ø 36 mm) worden aangesloten.
Spaanderzak SB-HL (accessoires)
De spaanderzak wordt bevestigd via de adapter
AD-HL [5-6]. De adapter wordt met de klamp [5-
5] aan de onderkant van de spaanafvoeropening
ingehangen en met de draaiknop [5-7] in het
draadgat [5-1] vastgeschroefd.
Afzuigslang
Een afzuigslang (Ø 36 mm) kan direct in de spaan-
afvoeropening of in de adapter AD-HL voor de
spaanderzak worden gestoken.
6
Wegzetten van de schaaf
Bij de elektrische schaaf moet U erop letten dat
de schaafas na uitschakeling nog enkele secon-
den naloopt.
Om het apparaat veilig te kunnen wegzetten,
heeft de HL 850 EB aan het uiteinde van de
schaafzool een steunvoet [2-8]. Als het electrisch
apparaat opgetild wordt dan steekt de steunvoet
automatisch zover boven de schaafzool uit dat de
schaafas bij het wegzetten van de schaaf op een
egaal vlak altijd vrij is.
Let bij het wegzetten van de HL 850 EB
a.u.b. op:
- Controleer of de steunvoet volledig functioneert,
- wacht voor het wegzetten tot de schaafas stil-
staat.
Als de steunvoet bij speciale toepassingen niet
boven de schaafzool moet uitsteken dan kan hij
door hem zijdelings te verschuiven in de bovenste
positie gearreteerd worden [2-8].
7
Werken met de machine
Het te schaven vlak moet vrij van metalen
zijn.
Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het
tijdens de bewerking niet kan bewegen.
De machine dient steeds met beide han-
den aan de daarvoor bestemde handgre-
pen [1-3], [ 1-7] te worden vastgehouden.
Handelwijze
- De gewenste spaandiepte instellen.
- De schaaf met de voorkant van de schaafzool op
het werkstuk plaatsen zonder met de schaafbei-
tel het werkstuk aan te raken.
- Schaaf inschakelen.
- De schaaf zo over het werkstuk leiden dat de
schaafzool plat op het werkstuk ligt. Hierbij bij
het aanschaven de voorkant van de schaafzool
belasten. Bij het verder schaven en bij het afscha-
ven de achterkant van de schaafzool belasten.
7.1
Sponningen schaven
Met de schaaf kunnen sponningen van onbe-
grensde diepte worden gschaafd.
Klap hiervoor de beschermkap [2-5] weg door de
29