kan leiden tot verlies van controle en ernstig
persoonlijk letsel.
In de aan-uitschakelaar is een gat aangebracht waar een
hangslot door past om het gereedschap op slot te doen.
WAARSCHUWING:
• Gebruik geen slot met een beugel of kabel met een
diameter kleiner dan 6,35 mm. Met een kleinere
beugel of kabel wordt het gereedschap mogelijk niet
goed in de uit-stand vergrendeld, waardoor het
ongewild in werking kan treden met mogelijk ernstig
persoonlijk letsel tot gevolg.
• Gebruik het gereedschap NOOIT als de aan-
uitschakelaar niet goed werkt. Ieder gereedschap
met een defecte aan-uitschakelaar is UITERST
GEVAARLIJK en moet worden gerepareerd voordat
het gereedschap wordt gebruikt om ernstig persoonlijk
letsel te voorkomen.
• Omwille van uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust
met een uit-vergrendelknop die voorkomt dat het
gereedschap onbedoeld wordt ingeschakeld. Gebruik
het gereedschap NOOIT wanneer het kan worden
ingeschakeld door alleen de aan-uitschakelaar in te
knijpen zonder de uit-vergrendelknop in te drukken.
Gereedschap met een defecte schakelaar kan
ongewild in werking treden met mogelijk ernstig
persoonlijk letsel tot gevolg. Stuur het gereedschap
voor deugdelijke reparatie terug naar een Makita-
servicecentrum ALVORENS het verder te gebruiken.
• Stel de uit-vergrendelknop NOOIT buiten werking met
behulp van plakband of iets anders. Gereedschap met
een buiten werking gestelde uit-vergrendelknop kan
ongewild in werking treden met mogelijk ernstig
persoonlijk letsel tot gevolg.
Elektronische aansturing
Zachte-startfunctie
• Deze functie laat het gereedschap soepel starten door
het startkoppel te beperken.
Laserstraalfunctie
Alleen voor model LS0815FL
LET OP:
• Wanneer het gereedschap niet in gebruik is, moet u de
laser uitschakelen (zie afb.18).
LET OP:
• Kijk nooit rechtstreeks in de laserstraal. De
rechtstreekse laserstraal kan uw ogen beschadigen.
• LASERSTRALING: KIJK NIET RECHTSTREEKS IN
DE LASERSTRAAL EN KIJK NIET DOOR OPTISCHE
INSTRUMENTEN NAAR DE LASERSTRAAL.
LASERPRODUCT VAN KLASSE 2M.
• Zorg ervoor dat de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact is getrokken voordat u de laserlijn
verschuift of onderhoudsafstellingen uitvoert.
Om de laserstraal in te schakelen, drukt u op het
bovenste deel (ON) van de schakelaar. Om de laserstraal
uit te schakelen, drukt u op het onderste deel (OFF) van
de schakelaar.
De laserlijn kan worden verschoven naar de linker- of
rechterkant van het zaagblad door de schroef los te
draaien waarmee de lasereenheid is bevestigd en deze in
de gewenste richting te verschuiven. Draai na het
verschuiven de schroef weer stevig vast (zie afb. 19).
De laserlijn is in de fabriek zodanig afgesteld dat deze op
minder dan 1 mm van het zijoppervlak van het zaagblad
(zaagpositie) loopt.
OPMERKING:
• Als de laserlijn vaag en moeilijk zichtbaar is als gevolg
van direct zonlicht, verplaatst u de werkplek naar een
andere plaats met minder direct zonlicht.
De lens van de laser schoonmaken
Als de lens van de laser vuil is geworden of zaagsel eraan
kleeft zodat de laserlijn niet meer duidelijk zichtbaar is,
trekt u de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact, verwijdert u de lens van de laser en maakt u
deze voorzichtig schoon met een zachte, vochtige doek.
Gebruik geen oplosmiddelen of op petroleum gebaseerde
schoonmaakmiddelen op de lens.
OPMERKING:
• Als de laserlijn zwak is en bijna of geheel onzichtbaar
is als gevolg van direct zonlicht dat buitenshuis of door
een raam binnenshuis op de werkplek valt, verplaatst u
de werkplek naar een plaats die niet is blootgesteld
aan direct zonlicht.
Lamp in- en uitschakelen (zie afb. 20 en
21)
Om de lamp in te schakelen, drukt u op het bovenste deel
(ON) van de schakelaar. Om de lamp uit te schakelen,
drukt u op het onderste deel (OFF) van de schakelaar.
LET OP:
• Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de
lamp.
OPMERKING:
• Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen.
• Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te
bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
DE ONDERDELEN MONTEREN
WAARSCHUWING:
• Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken alvorens enige werkzaamheden aan het
gereedschap uit te voeren. Als het gereedschap niet
wordt uitgeschakeld en de stekker niet uit het
stopcontact wordt getrokken, kan dat leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
De dopsleutel met aan het andere
uiteinde een inbussleutel bewaren (zie
afb. 22)
De dopsleutel wordt bewaard op de plaats aangegeven in
de afbeelding. De dopsleutel kan uit de sleutelhouder
worden getrokken wanneer u die nodig hebt.
Na gebruik van de dopsleutel kan deze weer worden
opgeborgen in de sleutelhouder.
63