Deze mannetjes bevruchten de eieren van de vrouwtjes en uit deze paring ont-
staan bijzondere eieren. Deze eieren, zogenoemde „Wintereieren" hebben een
dikke schaal die het ei beschermd. De wintereieren hebben een grote weerstand
en zijn zelfs levensvatbaar als het moeras of de zee uitdroogt en daardoor de dood
van de hele pekelkreeftjesbevolking veroorzaakt wordt, zij kunnen 5-10 jaar in een
"slaap-"toestand blijven. De eieren broeden uit, als de juiste milieuvoorwaarden
weer hersteld zijn. De meegeleverde eieren (23d) zijn zulke eieren.
8.3.2. Het uitbroeden van pekelkreeftjes
Om de pekelkreeftjes uit te broeden, is het noodzakelijk een zoutwateroplossing
te maken, die overeenkomt met de levensvoorwaarden van de pekelkreeftjes.
Vul een halve liter regen- of leidingwater in een reservoir. Dit water laat U on-
geveer 30 uren staan. Daar het water na een tijd verdampt, is het aan te raden
een tweede reservoir ook met water te vullen en 36 uren te laten staan. Nadat
het water zolang "gestaan" heeft, schudt U de helft van het meegeleverde zee-
zout (23c) in het reservoir en U roert zolang, tot het zout helemaal opgelost is.
Giet nu een beetje van het gemaakte zeewater in de broedinstallatie (21). Leg
er enkele eieren in en sluit het deksel. Zet de broedinstallatie op een heldere
plaats, maar vermijdt het reservoir direct in het zonlicht te zetten. De tempera-
tuur moet ongeveer 25° C zijn. Op deze temperatuur komen de pekelkreeftjes
na ongeveer 2-3 dagen uit. Indien gedurende die tijd het water in het reservoir
verdampt is, vul het water uit het tweede reservoir er dan bij.
8.3.3. De pekelkreeftjes onder de microscoop
Het dier dat uit het ei gekomen is, is bekend onder de naam „Naupliuslarve".
Met behulp van de pipet (20a) legt U enkele van deze larven op een glazen
objectdrager en U bekijkt ze. De larve zal zich met behulp van haarachtige
uitwassen door de zoutwateroplossing bewegen. Neem elke dag enkele larven
uit het reservoir en observeer ze onder de microscoop. U kunt de bovenste kap
van de broedinstallatie wegnemen en de volledige installatie op de microscoop-
tafel zetten. Afhankelijk van de kamertemperatuur is de larve in 6 tot 10 weken
volledig uitgegroeid. U hebt dan snel een hele generatie van pekelkreeftjes
gekweekt, die zich steeds verder vermeerdert.
28
8.3.4. Het voeden van uw pekelkreeftjes
Om de pekelkreeftjes in leven te houden, moet U ze af en toe eten geven. Dit
moet heel zorgvuldig gedaan worden. Overvoeden betekent, dat het water verrot
en onze pekelkreeftjesbevolking vergiftigd wordt. Het eten geven gebeurt het best
met droge gist in poedervorm (23a). Alle twee dagen een beetje van deze gist aan
de pekelkreeftjes geven. Als het water in de broedinstallatie donker wordt, is dat
een teken dat het water aan het rotten is. Neem de pekelkreeftjes dan onmiddellijk
uit het water en zet ze in een verse zoutoplossing (zie 8.3.2).
Verzorging en onderhoud
Koppel het toestel los van de stroomvoorziening (stekker uit het stopcontact halen)
voordat u het reinigt!
Reinig het toestel alleen uitwendig met een droge doek.
OPMERKING:
Gebruik geen vloeistoffen, om schade aan de elektronica te ver-
meiden.
Reinig de lenzen (oculair en/of objectief) alleen met een zachte en pluisvrije doek
(b. v. microvezel).
OPMERKING:
Druk niet te hard op de doek om het bekrassen van de lens te
voorkomen.
Om sterke bevuiling te verwijderen kunt u de poetsdoek met een brillenreinigings-
vloeistof bevochtigen en daarmee de lens poetsen zonder veel kracht te zetten.
Bescherm het toestel tegen stof en vocht! Laat het toestel na gebruik, zeker bij
hoge luchtvochtigheid, enige tijd op kamertemperatuur acclimatiseren zodat alle
restvocht geëlimineerd wordt.