- In de inschuifschacht voor de wisselaccu van het
laadapparaat
mogen
terechtkomen. Anders is er kans op kortsluitingen.
- De accu moet correct in de laadschacht / adapter
worden ingestoken, moet contact hebben en mag
niet door vreemde voorwerpen worden behinderd.
- Wegens de bij het laden optredende verwarming
mag het laadapparaat niet op licht brandbare
ondergrond (bv papier, textiel enz.) resp. in
brandbare omgeving worden geëxploiteerd..
- Houd de laadschacht voor de accu vrij van
vreemde voorwerpen. Bescherm hem bovendien
tegen vuil en vocht.
- Draag het apparaat niet aan de kabel en hang het
er niet aan op.
- Kinderen en jongeren mogen dit apparaat niet
bedienen. Uitzondering zijn jongeren onder
toezicht van een deskundige in het kader van een
opleiding.
- Gebruik uitsluitend originele reserve-, toebehoren-
en speciale onderdelen van MAFELL.Anders
bestaat
er
geen
aansprakelijkheid door de fabrikant.
- Bij beschadiging en ondeskundig gebruik van de
accu kunnen er dampen vrijkomen. Deze dampen
kunnen de luchtwegen irriteren. Ga naar buiten en
bij klachten naar de dokter.
4
Netaansluiting
Het sneloplaadapparaat APS 36 Accu – Power –
Station
is
veiligheidsgeïsoleerd
beschermingsklasse II.
Let er vóór ingebruikneming op dat de netspanning
met de op het typeplaatje van het toestel vermelde
bedrijfsspanning overeenstemt.
5
Werking
Als de wisselaccu in de inschuifschacht 1 (pagina 3)
van het laadapparaat is gestoken wordt de
wisselaccu automatisch opgeladen (groene LED 3
knippert).
De bewaking van de laadprocedure wordt met de
LED-weergaven 2 resp. 3 aangegeven:
geen
metalen
delen
garantieclaim
en
geen
conform
Snelle laadprocedure
De snelle laadprocedure wordt
aangegeven door het knipperen
van de groene LED-weergave 3.
Tijdens het opladen gaan de 3 groene LEDs van de
accu na elkaar branden en doven tijdelijk. De acuu is
geheel opgeladen als de 3 groene LEDs continu
branden. Ongeveer 5 minuten nadat de accu geheel
is opgeladen, doven de 3 groene LEDs weer.
Het snelle opladen is alleen mogelijk als de
temperatuur van de accu tussen de 0°C en 45 °C ligt.
Accu opgeladen
Het continue branden van de
groene LED-weergave 3 geeft aan
dat de accu volledig is opgeladen.
Bovendien is er gedurende ca. 2 seconden een
signaaltoon te horen die de volledige oplading van de
accu akoestisch meldt.
De accu kan vervolgens uitgenomen en meteen
gebruikt worden.
Zonder dat de accu is ingestoken geeft het continue
licht van de groene LED-weergave 3 aan dat de
stekker in het stopcontact zit en het laadapparaat
klaar is voor gebruik.
Accutemperatuur beneden de 0 °C en boven de
45 °C
Het continue branden van de
rode LED-weergave 2 geeft aan
dat de accutemperatuur buiten het
sneloplaadbereik 0 °C – 45 °C ligt.
Zodra het toegestane
temperatuurbereik wordt bereikt
schakelt het oplaadapparaat om
naar snel opladen.
Als de accu buiten het toegstane temperatuurbereik
ligt brandt de rode LED van de accu als hij in het
laadapparaat wordt geplaatst.
Bij continue laadcycli of bij meerdere cycli achter
elkaar zonder onderbreking, kan het laadapparaat
warm worden. Dat is echter geen probleem en is
geen indicatie voor een technisch defect van het
apparaat.
-30-