4. Zoals bij alle medische apparatuur, leidt u de kabels voorzichtig om de mogelijkheid te verminderen
dat de patiënt verstrikt of bekneld raakt.
5. Sterk gepigmenteerde huid, intravasculaire kleurstoffen of uitwendig aangebrachte kleuring (zoals
verf of gepigmenteerde crème) kunnen tot onnauwkeurige metingen leiden.
6. Gebruik de SpO
-voorhoofdsensor en andere oximetriesensors niet tijdens MRI-scans. Geleide
2
stroom kan brandwonden veroorzaken. Ook kan de SpO
beïnvloeden en kan de MRI-installatie de nauwkeurigheid van de oximetrieaflezingen beïnvloeden.
7. Door veneuze stuwing of pulsatie kunnen zuurstofverzadigingsmetingen onnauwkeurig zijn (door
vermenging van arteriële en veneuze waarden) bij:
a. patiënten in gebogen of Trendelenburg-positie (hoofd lager dan het hart),
b. aanwezigheid van tricuspidale regurgitatie, aangeboren hartaandoeningen, abdominale
insufflatie of andere condities die een verhoogde centraalveneuze druk veroorzaken.
8. Gebruik geen beschadigde sensor of pulsoximetriekabel. Gebruik geen sensor met onbedekte
optische onderdelen.
9. Als de sensor verkeerd wordt toegepast met lange perioden van excessieve druk, kan een drukletsel
optreden.
Voorzorgsmaatregelen
1. Als de SpO
-voorhoofdsensor niet correct wordt aangebracht, kan dat incorrecte meetwaarden
2
opleveren. Volg voor het verzekeren van goede plaatsing altijd de gebruiksaanwijzing op.
2. Hoewel de SpO
-voorhoofdsensor zo is ontworpen dat de effecten van omgevingslicht worden
2
onderdrukt, kan fel licht leiden tot onnauwkeurige meetwaarden.
3. Buitensporige activiteit van de patiënt kan de prestaties in gevaar brengen. Probeer in dat geval de
patiënt rustig te houden of kies een andere Nellcor™-sensor voor gebruik op een andere plaats.
4. Gebruik geen tape bij de SpO
aanbrengmiddelen kan schade aan de huid veroorzaken.
5. Als u de hoofdband te strak aanbrengt, kan dit onnauwkeurige verzadigingsmetingen veroorzaken
of mogelijk tijdelijke indrukplekken van de sensor.
6. Breng geen wijzigingen of modificaties aan in de SpO
Wijzigingen of aanpassingen kunnen invloed hebben op prestaties en nauwkeurigheid.
7. Bij patiënten die sterk transpireren moet de hoofdband worden gebruikt.
8. Dompel de sensor niet onder in water of reinigingsmiddelen. Onderdompeling van de sensor in
vloeistof kan resulteren in sensorstoringen en/of foute oximetriemetingen.
9. Steriliseer niet opnieuw bij schade aan de steriele verpakking. Volg de plaatselijke regelgeving voor
het afvoeren van sensoren op.
Neem contact op met de technische dienst of de plaatselijke vertegenwoordiger van Covidien als u
vragen hebt met betrekking tot deze informatie.
Nauwkeurigheidsspecificaties
Raadpleeg voor het gespecificeerde nauwkeurigheidsbereik bij gebruik met Nellcor-meters de
informatie bij de meter of neem in de VS contact op met Covidien Technical Services. Buiten de VS
wendt u zich tot de plaatselijke vertegenwoordiger van Covidien.
Raadpleeg voor het gespecificeerde nauwkeurigheidsbereik van deze sensor bij gebruik met Nellcor-
compatibele instrumenten de handleiding bij het instrument, of neem contact op met de fabrikant ervan.
Extra exemplaren van de instructies
Extra exemplaren van deze instructies zijn gratis verkrijgbaar bij Covidien of haar erkende
vertegenwoordigers. Bovendien wordt hierbij aan kopers van producten bij Covidien of zijn erkende
vertegenwoordigers, krachtens de auteursrechten van Covidien, toestemming gegeven extra kopieën
te maken van deze instructies voor eigen gebruik.
© 2011 Covidien. Alle rechten voorbehouden.
Velcro™* is een handelsmerk van de respectievelijke eigenaren.
-voorhoofdsensor. Het gebruik van extra tape of andere
2
15
-voorhoofdsensor het MRI-beeld
2
-voorhoofdsensor of de hoofdband.
2