• Verwijder de voedingsstekker om ongewenst ge-
bruik te voorkomen.
• Let erop dat de maaier niet naast een gevarenbron
wordt geplaatst. Het uittreden van gas kan leiden
tot explosies.
• Er mogen alleen originele onderdelen of door de fa-
brikant goedgekeurde onderdelen worden gebruikt
bij reparaties (zie adres van de garantie-oorkonde).
• Bij het langdurige niet gebruik van de maaier, moet
de benzinetank worden geleegd met een afzuig-
pomp voor benzine.
• Het apparaat oliën en onderhouden
9. Onderhoud en reiniging
• Regelmatige, zorgvuldige instandhouding is nood-
zakelijk om het veiligheidsniveau en het vermogen
van het apparaat ongewijzigd te garanderen.
• Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven zijn
vastgedraaid om er zeker van te zijn dat het appa-
raat zich in een veilige werktoestand bevindt.
• Controleer regelmatig de grasvanginrichting op slij-
tage of verlies van de functies.
• Reinig de grasvangkorf regelmatig met water en
laat deze goed drogen.
• Vervang vanwege veiligheidsredenen versleten of
beschadigde onderdelen.
• Bij een langdurige opslag of onderhoud de brand-
stoftank legen. Dit moet in de open lucht gebeuren
met een afzuigpomp voor benzine (verkrijgbaar in
bouwmarkten).
m WAARSCHUWING
Werk nooit bij een lopende motor aan stroomgelei-
dende delen van de ontstekingsinstallatie en raak
deze delen niet aan. Trek voorafgaand aan alle on-
derhouds- of verzorgingswerkzaamheden de voe-
dingsstekker uit de bougie. Voer nooit werkzaamhe-
den uit aan een lopend apparaat.
Werkzaamheden die in deze gebruikshandleiding
niet zijn beschreven, mogen alleen worden uitge-
voerd door een geautoriseerde werkplaats
Reiniging (afb. 25)
Na elk gebruik moet de maaier grondig worden gerei-
nigd. Vooral de onderzijde en de mesopname. Daar-
toe kantelt u de grasmaaier naar linkerzijde (tegen-
over de olie-vulpijp) en verwijdert u de grasresten en
reinigt u het apparaat als volgt met water.
• Bedekkingsinzetstuk verwijderen / grasopvangzak
verwijderen.
• Slangaansluitstuk op de maaier (w) plaatsen en de
waterkraan openen. (afb. 25)
• Maaier starten en na ca. 30 sec de maaier uitscha-
kelen. De roterende mesbalk slingert het water
naar de onderzijde van de maaier en reinigt zo de
onderzijde.
• Waterkraan sluiten en slangaansluitstuk verwijderen.
• Bovenzijde met een lap schoonmaken (geen scher-
pe voorwerpen gebruiken).
www.scheppach.com service@scheppach.com +(49)-08223-4002-99 +(49)-08223-4002-58
www.scheppach.com service@scheppach.com +(49)-08223-4002-99 +(49)-08223-4002-58
Aanwijzing: Voordat u de grasmaaier naar de zij-
de kantelt, leegt u de brandstoftank volledig met
een afzuigpomp voor benzine. De grasmaaier mag
niet meer dan 90 graden worden gekanteld. Het is
het makkelijkst om vuil en gras direct na maaien te
verwijderen. Gedroogde grasresten en vuil kunnen
een negatief effect op hebben op het maaivermo-
gen. Controleer of het grasuitwerpkanaal vrij is van
grasresten en verwijder deze indien nodig. Reinig de
maaier nooit met een waterstraal of hogedrukreiniger.
De motor moet droog blijven.
Agressieve reinigingsmiddelen zoals koudreiniger of
wasbenzine mogen niet worden gebruikt.
Wielassen en wielnaven
• Dienen eenmaal per seizoen te worden gereinigd
en licht te worden ingevet.
Messen
Laat de messen vanwege veiligheidsredenen alleen
slijpen, ontbramen en monteren door een geautori-
seerde werkplaats. Om een optimaal werkresultaat te
bereiken, is het raadzaam om het mes eenmaal per
jaar te laten controleren.
Vervangen van de messen (afb. 17)
Bij het vervangen van het snijgereedschap mogen
alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
Draag bij het vervangen van de messen handschoe-
nen om snijwonden te voorkomen.
Nooit andere messen monteren.
• Leeg de benzinetank voordat u het lemmet verwij-
dert.
• Verwijder de schroef om het lemmet te vervangen.
• Plaats alles weer net zoals in afb. 17. Bevestig de
schroef op correct wijze. Bevestigingsdraaikracht
bedraagt 45Nm. Verwijder ook de schroef van het
lemmet als u het lemmet vervangt.
Beschadigde messen
Als het mes ondanks alle voorzichtigheid met een
hindernis in aanraking komt, direct de motor uitscha-
kelen en de voedingsstekker eruit trekken.
Maaier zijwaarts kantelen en mes op beschadiging
controleren. Beschadigde of verbogen messen moe-
ten worden vervangen. Een verbogen mes nooit
rechtbuigen. Nooit met een verbogen of sterk ver-
sleten mes werken, want dit veroorzaakt trillingen en
kan tot meer beschadigingen aan de maaier leiden.
m Let op! Bij het werken met een beschadigd mes
bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel.
Messen naslijpen
De snijmessen kunnen met een metaalvijl worden bij-
geslepen. Om mogelijke onbalans te vermijden, moet
het slijpen worden uitgevoerd door een geautoriseer-
de werkplaats.
65 | NL