Waarschuwing!
Grote stromen door te dunne draden of overgangsweer-
standen veroorzaakt door slechte verbindingen kunnen
er toe leiden dat draden of (stekker)verbindingen zeer
heet worden en brand kunnen veroorzaken.
Opgelet!
Let bij het aansluiten van het laadapparaat op de accu
op de juiste polariteit!
4.3
Ompoolbeveiliging
Door verkeerd om aansluiten van plus en min van de accu zal
de laadstroomzekering doorbranden.
De LED 'Reverse Polarity' gaat aan, deze bevindt zich tussen de
plus en min aansluitingen, en de zoemer klinkt.
Plaats een nieuwe zekering met dezelfde karakteristiek en zorg
dat deze goed contact maakt.
Sluit altijd eerst de plus (+) kabel(s) aan en als laatste de min
(- ) kabel.
4.4
Scheidingsdiode
Het laadapparaat is voorzien van een scheidingsdiode zodat
meerdere accu's gescheiden kunnen worden geladen.
Sluit de lichtaccu aan op aansluiting B1 van de acculader
Deze scheidingsdiode is verliesvrij zodat de laadspanning van
de dynamo niet gecompenseerd behoeft te worden.
4.5
Instellen accutype
Stel het laadapparaat in voor het type lood/zuur accu dat moet
worden geladen.
1 Vloeistofgevulde accu's, zowel open- als gesloten accu's.
2 Gel gevulde accu's.
3 Semi-tractie accu's
4 AGM accu's
Raadpleeg '10 Aansluittekeningen', hierin is aangegeven waar
de schakelaar zich bevindt voor het instellen van het type
accu.
Raadpleeg '9 Laadkarakteristiek' hoe de schakelaar in te stel-
len.
4.6
LED controlepaneel
Raadpleeg '10 Aansluittekeningen' voor het aansluiten van een
optioneel LED controlepaneel.
4.7
Afstandsbedieningspaneel
Raadpleeg '10 Aansluittekeningen' voor het aansluiten van een
optioneel afstandsbedieningspaneel.
De 8 polige RJ aansluiting is bestemd voor het aansluiten van
het afstandsbedieningspaneel.
Met het afstandsbedieningspaneel kunnen de volgende func-
ties worden gebruikt,
1 Lader AAN/UIT
2 Instellen van de laadstroom. De laadstroom kan worden
ingesteld met de draaiknop.
3 Statusindicatie door middel van LED's
Gecombineerde acculader / accuscheider BCS1225, BCS1245, BCS2425, BCS2445
LED
Aan:
'ON'
Knipperend:
Uit:
'BOOST'
Aan:
Aan:
'FAULT'
Uit
4.8
Temperatuursensor
Indien in tropische gebieden, of door andere omstandigheden
de accu's zeer warm worden, verdient het aanbeveling om voor
deze (hoge) accutemperatuur de laadkarakteristiek aan te pas-
sen. Dit kan door middel van de als optie door VETUS te leveren
temperatuursensor.
Verwijder de 2 k ohm weerstand en sluit een optionele tempe-
ratuursensor aan.
Raadpleeg '10 Aansluittekeningen' voor het aansluiten van de
optionele temperatuursensor.
Plaats de temperatuursensor op de accu welke de hoogste
temperatuur zal bereiken.
4.9
Aansluiten netspanning
Opgelet!
Het laadapparaat moet worden ingesteld op de span-
ning waarop deze wordt aangesloten; 230 Volt / 50 Hz
of 115 Volt / 60 Hz.
De acculader is bij aflevering ingesteld voor gebruik op 230
Volt wisselspanning.
Het instellen (of controleren van de instelling) moet altijd wor-
den uitgevoerd voordat de eerste keer het laadapparaat op het
net wordt aangesloten.
Een onjuiste instelling van de van de netspanning
(bijvoorbeeld instelling op 115 Volt AC terwijl de
netspanning 230 Volt AC is leidt tot onherstelbare
schade aan de acculader.
Wanneer de netschakelaar is ingeschakeld zal de LED naast de
kabelinvoer oplichten.
Wijzigen instelling
Verplaats de kabelschoen zoals in de tekeningen is weergege-
ven om de instelling te wijzigen, zie '10 Aansluittekeningen'.
Het apparaat moet overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
van het elektriciteitsbedrijf tegen te hoge aanraakspanningen
beschermd worden.
NEDERLANDS
Functie
Lader in werking
Kortsluiting van de acculader
Laadfase 'FLOAT'
Laadfase 'BOOST'
Te hoge temperatuur,
te hoge accuspanning,
laadstroomzekering defect
OK
090123.01
5