De verstelling van de maaihoogte moet als volgt
worden uitgevoerd (zie fi g. 11):
1. De hefboom (A) naar buiten drukken.
2. De hefboom (B) op de gewenste maaihoogte
zetten.
3. De hefboom (A) loslaten en controleren of hij
goed vastzit in het arrêt.
Afl ezen van de maaihoogte
De maaihoogte kan in 6 trappen van 25-75 mm
ingesteld en aan de schaal (fi g. 11/C) afgelezen
worden.
Laden van de accu (fi g. 12a)
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de zijdelingse grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (19) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu (18) op de lader (19).
4. Onder punt „Indicatie lader" vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
•
de lader
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
Anl_GAM_E_36_Li_SPK7.indb 75
Anl_GAM_E_36_Li_SPK7.indb 75
NL
Montage van de accu (fi g. 12b)
Open het accudeksel. Daarvoor zoals getoond in
fi g. 12b de klikveer (pos. A) lostrekken en het dek-
sel omhoog klappen. Dan de beide accu´s zoals
getoond in fi g. 12c in de houders steken.
Aanwijzing!
Gebruik alleen accu´s met dezelfde vulstand,
combineer nooit volle en halfvolle accu´s met el-
kaar. Laad beide accu´s altijd tegelijkertijd op.
De accu met de zwakkere laadtoestand bepaalt
de looptijd van het apparaat. Vóór bedrijf moeten
altijd beide accu´s vol worden geladen. Sluit het
accudeksel door het dicht te klappen en let erop
dat het goed inklikt.
Accu-capaciteitsindicator (fi g. 13)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (fi g. 13, pos. A). De accu-capaciteitsindica-
tor (fi g. 13, pos. B) signaleert de laadtoestand van
de accu aan de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
6. Bediening
Voorzichtig!
De gazonmaaier is voorzien van een veiligheids-
schakeling om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Onmiddellijk vóór ingebruikneming van de gazon-
maaier de veiligheidsstekker (fi g. 12d) inzetten
en bij elke onderbreking of aan het einde van het
werk de veiligheidsstekker terug verwijderen.
Let op!
Om het onbedoeld inschakelen te voorkomen is
de grasmaaier voorzien van een beveiliging (fi g.
14, pos. 8), die moet worden ingedrukt voordat
de schakelknop (fi g. 14, pos. 1) kan worden inge-
drukt. Zodra u de schakeltoetsen loslaat, wordt de
grasmaaier uitgeschakeld. Voer deze procedure
- 75 -
04.11.14 16:17
04.11.14 16:17