DMX-ledschijnwerper
NL
Deze handleiding is bedoeld voor de installateur
B
van de schijnwerpers en voor de gebruiker zon-
der technische opleiding. Lees de handleiding
voor de installatie grondig door, en bewaar ze
voor latere raadpleging. Op de uitklapbare
pagina 3 vindt u een overzicht van alle bedie-
ningselementen en de aansluitingen.
Inhoudsopgave
1
Overzicht van de bedienings-
elementen en aansluitingen . . . . . . . 24
2
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . 24
3
Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
4
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
5
Ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . . . . 24
5.1
Meerdere schijnwerpers aansluiten . . . 25
6
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
7
Autonoom bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . 25
7.1
Kleurenstraler en stroboscoop . . . . . . . 25
7.2
Verschillende wittinten,
11 kleurtinten opslaan . . . . . . . . . . . . . 25
7.3
Showprogramma's en scènereeksen . . 25
7.4
Scènereeksen programmeren . . . . . . . 25
7.5
Meerdere schijnwerpers synchroon
besturen (master-slavemodus) . . . . . . 26
7.5.1 Scènereeksen kopiëren . . . . . . . . . . . . 26
8
Gebruik met een DMX-regelaar . . . . 26
8.1
DMX-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
8.2
DMX-bedrijfsmodus instellen . . . . . . . . 26
8.3
Het DMX-startadres instellen . . . . . . . . 27
8.3.1 Subadressen gebruiken . . . . . . . . . . . . 27
9
Overige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
9.1
Toetsenblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . 27
9.2
Kleuren begrenzen . . . . . . . . . . . . . . . 27
9.3
Kunstmatige traagheid van de leds . . . 27
9.4
De fabrieksinstellingen van
de schijnwerper herstellen . . . . . . . . . . 27
10
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . 28
10.1 DMX-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
10.1.1 Modus
Arc.1
(3 kanalen) . . . . . . . . 28
10.1.2 Modus
HSV
(3 kanalen) . . . . . . . . . . . 28
Ar1.d
10.1.3 Modus
(4 kanalen) . . . . . . . . 28
Arc.2
10.1.4 Modus
(4 kanalen) . . . . . . . . 28
10.1.5 Modus
Ar2.d
(5 kanalen) . . . . . . . . 28
10.1.6 Modus
Ar2.s
(6 kanalen) . . . . . . . . 28
Stage
10.1.7 Modus
(10 /11 kanalen) . . . . . 28
24
1 Overzicht van de bedienings-
elementen en aansluitingen
1 Kantelbare schijnwerperkop
2 Vastzetschroeven voor de schijnwerperkop
3 Gaten (∅11,5 mm) voor de bevestiging van
twee klemmen of C-haken voor de montage
op verlichtingsdraagsystemen
4 Toetsen om de bedrijfsmodus te selecteren
en instellingen via het menu te wijzigen
5 Display
6 Stekker van de kabel DMX IN voor de DMX-
signaalingang:
sluit via de kabel met de XLR-stekker (10)
aan op een lichtregelaar of op de DMX-sig-
naaluitgang van een volgend DMX-gestuurd
apparaat
7 Stekker van de kabel POWER IN voor de
voedingsspanning (230 V~ / 50 Hz):
sluit via de kabel met de netstekker (11) aan
op het stopcontact of op de koppeling van de
kabel POWER OUT (8) van een volgende
ODW-2410RGBW
8 Koppeling van de aansluiting POWER OUT
voor de voedingsspanning van een volgende
ODW-2410RGBW
9 Koppeling van de aansluiting DMX OUT:
DMX-signaaluitgang voor het aansluiten op
de DMX-signaalingang van een andere ODW-
2410RGBW of van een ander DMX-gestuurd
apparaat via de bijgeleverde adapterkabel
10 XLR-stekker van de DMX-signaalingang
pen 1 = massa, pen 2 = DMX−, pen 3 = DMX+
11 Netstekker voor aansluiting op een stopcon-
tact (230 V~ / 50 Hz)
2 Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle
relevante EU-Richtlijnen en draagt daarom de
-markering.
WAARSCHUWING De netspanning van de appa-
raat is levensgevaarlijk. Open
het apparaat niet, want door
onzorgvuldige ingrepen loopt
u het risico van elektrische
schokken.
G
Schakel het apparaat niet in en koppel het
onmiddellijk los van de netvoeding,
1. wanneer het apparaat of het netsnoer zicht-
baar beschadigd is,
2. wanneer er een defect zou kunnen optre-
den nadat het apparaat bijvoorbeeld is
gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval worden her-
steld door een gekwalificeerd vakman.
G
Een beschadigd netsnoer mag alleen in een
werkplaats worden vervangen.
G
Trek de stekker nooit met het snoer uit het
stopcontact, maar met de stekker zelf.
G
Gebruik voor het schoonmaken van de schijn-
werperbehuizing en de afscherming van de
leds uitsluitend een mild reinigingsmiddel.
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd ge -
bruik, onveilige montage, foutieve bediening
of van herstelling door een niet-gekwa lificeerd
persoon vervalt de garantie en de aansprake-
lijkheid voor hieruit resulterende materiële of
lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
Deze ledschijnwerper dient als de effectverlich-
ting. De schijnwerper heeft een weerbestendige
behuizing (IP 66) en kan daarom ook buiten wor-
den geplaatst. Als lichtbron worden 24 extreem
heldere leds gebruikt. Met de leds kan licht in de
drie basiskleuren (rood, groen en blauw) en wit
uitgestraald worden evenals in de mengkleuren
ervan. Bovendien zijn kleurovergangen en stro-
boscoopeffecten mogelijk. De schijnwerper is
ontworpen voor het besturen via een DMX-licht-
regelaar (naar keuze 11, 10, 6, 5, 4 of 3 DMX-
besturingskanalen). Hij werkt echter ook auto-
noom zonder regelaar.
Als bijzonderheid biedt de schijnwerper bij
DMX-bedrijf met 11 kanalen het gebruik van 66
subadressen. Zo kunt u via één enkel DMX-
startadres tot 66 schijnwerpers (schijnwerper-
groepen) onafhankelijk van elkaar sturen, en het
maximaal mogelijke aantal DMX-gestuurde
apparaten wordt aanzienlijk verhoogd.
4 Montage
G
Plaats het apparaat steeds zo, dat bij het
gebruik voldoende ventilatie is gegarandeerd.
G
De afstand tot het bestraalde voorwerp en
aangrenzenden wanden moet ten minste
15 cm bedragen.
WAARSCHUWING
De schijnwerper moet deskun-
dig en veilig worden gemon-
teerd.
1. Plaats de schijnwerper op zijn rubbervoetjes.
Voor het uitlijnen van de schijnwerper draait
u de twee bevestigingsschroeven (2) los. Stel
de gewenste hellingshoek van de schijnwer-
perkop (1) in en draai de schroeven weer
vast.
2. U kunt de schijnwerper ook aan een verlich-
tingsdraagsysteem monteren. Bevestig de
schijnwerper met twee montagebeugels of
stabiele C-haken via de beide gaten van
11,5 mm (3) in de zijdelingse hoekprofielen
bv. aan een traverse.
5 Ingebruikneming
OPGELET Kijk niet rechtstreeks in de licht-
bron gedurende lange tijd, omdat
dit de ogen kan beschadigen.
Weet dat stroboscoopeffecten en
zeer snelle lichtwisselingen bij
fotosensibele mensen en epilep-
tici epileptische aanvallen kunnen
veroorzaken!
Steek de stekker (7) van de kabel POWER DMX
in de koppeling van de bijgeleverde kabel met de
XLR-stekker (11) en schroef de steekverbinding
met de wartelmoer vast. Plug de netstekker in
een stopcontact (230 V~ / 50 Hz). De schijnwer-
per is hiermee ingeschakeld. Op het display (5)
verschijnt de melding
LED WASH LIGHTING
en de displayverlichting licht gedurende enkele
seconden op.
OPGELET!
Het apparaat mag niet via een dimmer op de
netspanning zijn aangesloten!
Als er geen andere schijnwerper op de koppeling
(8) van de kabel POWER OUT en de koppeling
(9) van de kabel DMX OUT is aangesloten,
schroeft u de bijgeleverde afschermkappen in
elk geval op de koppelingen vast. De kabel
POWER OUT voert netspanning.