Descargar Imprimir esta página

Bresser 88-49200 Instrucciones De Uso página 20

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 29
De onderdelen van je kompas:
1. Vizierdraad („korrel")
2. Kijkglas
3. Draaikrans
4. Vizierspleet („kim")
5. Loep
6. Noordpijl (kompasnaald)
7. 360°-schaal met graadverdeling
8. Centimeterlatje
9. Schaalverdeling
1. Voordat je je kompas gebruikt
LET OP!
Ga nooit alleen op trektocht, maar altijd samen met
een volwassene. Als je in een onbekende omge-
ving onderweg bent, mag je alleen dan helemaal
op je kompas vertrouwen, als je precies weet hoe
je hem moet gebruiken. Anders kun je gemakkelijk
verdwalen!
20
Je moet je kompas altijd horizontaal houden, zo-
dat de noordpijl en de schaalverdeling vrij kunnen
draaien.
Gebruik je kompas niet in de buurt van metalen
(bijv. balustrade van ijzer) of magnetische voor-
werpen (bijv. mobieltje). Deze zaken verstoren de
werking van het kompas, omdat de noordpijl ook
magnetisch is.
2. Hoe richt je een landkaart uit?
Voordat je het kompas voor het eerst in combinatie
met een bepaalde landkaart gebruikt – bijv. om vast
te stellen welke kant je opgaat - moet je de kaart
met het kompas „innoorden".
Draai het kijkglas (2) met de draaikrans (3) zodanig,
dat de iets langere gele lijn op het glas op een lijn
staat met de vizierdraad (1) en –spleet (4) (fig. 2).
Leg het kompas dan op de rand van de kaart of op
een van noord naar zuid lopende lengtegraad – als
die op de kaart zijn aangegeven –, zodat deze weer
met de vizierspleet (4) en -draad (1) in een lijn staat
(fig. 4, a). Nu hoef je alleen nog maar de landkaart

Publicidad

loading