Lijst Met Accessoires - Chicco LITEWAY PLUS Instrucciones De Uso

Ocultar thumbs Ver también para LITEWAY PLUS:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 26
(fig. 7). Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet, doe je
de gordels om, door de twee vorkjes eerst door de opening in de
gordels aan de rugleuning te halen (Fig. 7A en 7B) en ze vervolgens
in de gesp van het tussenbeenstuk te doen (Fig. 7C). Stel de lengte
van de gordels af door ze op de schouders en het lichaam van het
kind aan te laten sluiten. Druk op de zijvorken en trek eraan, om
de buikgordel los te maken.
LET OP: om de veiligheid van je kind te garanderen, moeten de
veiligheidsgordels altijd worden gebruikt.
LET OP: na de buikgordels te hebben verwijderd (bijv. om ze te
wassen), verzeker je je ervan dat ze weer goed worden aange-
bracht door ze door de hiervoor bestemde openingen in de rug-
leuning te halen. De gordels moeten opnieuw afgesteld worden.
6. Voor meer veiligheid is de wandelwagen uitgerust met D-rin-
gen om volgens de voorschriften BS 6684 een extra veiligheids-
gordel vast te kunnen maken. De ringen bevinden zich rechts en
links aan de binnenkant van de zitting van de wandelwagen, zoals
getoond wordt in (fig. 8).
2.4. DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan op 5 standen worden afgesteld.
7. Door op de knop aan de achterkant van de rugleuning van de
wandelwagen te drukken, kan de schuine stand ervan worden
afgesteld. Door de knop los te laten, wordt de rugleuning op de
dichtstbijzijnde stand vastgezet (fig. 9).
8. Om de rugleuning omhoog te halen, duw je hem tot de ge-
wenste stand omhoog (fig. 10).
LET OP: controleer of de rugleuning goed vergrendeld is.
LET OP: met het gewicht van het kind kunnen deze handelingen
moeilijker zijn.
2.5. DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
De voetensteun van de wandelwagen kan voor meer comfort van
het kind op 2 standen worden afgesteld.
9. Om de stand van de voetensteun af te stellen, draai je de 2
hendels aan de zijkanten tot ze de horizontale vergrendelde stand
bereiken (fig. 11).
10. Om de voetensteun op de beginstand terug te zetten, druk je
op de knoppen aan de zijkanten (fig. 12).
2.6 ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met remmen waarmee de achter-
ste wielgroepen kunnen worden geremd.
11. Druk één van de twee pedalen die zich in het midden van de
achterste wielgroepen bevinden naar beneden (fig. 13) om de
remmen van de wandelwagen in te schakelen. Controleer of de
rem goed is ingeschakeld door te proberen tegen de wandelwagen
te duwen.
LET OP: na de rempedalen omlaag te hebben gedrukt, verzeker
je je ervan dat de remmen goed op beide achterwielgroepen ge-
plaatst zijn.
12. Om het remsysteem te deblokkeren, duw je één van de twee
pedalen in het midden van de achterste wielgroepen omhoog (fig.
14).
2.7 ZWENKENDE VOORWIELEN
De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voorwielen.
Aangeraden wordt de vaste wielen op bijzonder onregelmatig ter-
rein te gebruiken. De wielen op de zwenkstand worden daaren-
tegen aangeraden voor een betere manoeuvreerbaarheid van de
wandelwagen op normale wegen.
13. Om de voorwielen zwenkend te maken, duw je de hendel aan
de voorkant omhoog, zoals wordt getoond in (fig. 15). Om de
voorwielen vast te zetten, duw je de hendel met de voet omlaag.
Het wiel wordt onafhankelijk van de stand waarop het zich be-
vindt op de rechte stand vergrendeld.
LET OP: beide wielen moeten altijd tegelijkertijd worden vergren-
deld of ontgrendeld.
2.8 ZOMER-WINTERKAP
De wandelwagen is uitgerust met een kap.
14. Om de kap te bevestigen, maak je de plastic clips op de hier-
voor bestemde plaatsen vast (fig. 16) en verbind je de twee vel-
cro's om de buizen aan de zijkanten (fig. 17).
LET OP: de kap dient aan beide kanten van de wandelwagen te
worden bevestigd. Controleer of hij goed is vastgemaakt.
15. Open de kap (fig.18A) en zet hem vast met de twee zijdelingse
scharnieren (fig.18B).
LET OP: als je de kap wilt sluiten, moeten altijd eerst de zijdelingse
scharnieren worden ontgrendeld.
16. Om de ventilatie in de zomer voor het kind te verbeteren, kan
het achterpaneel met behulp van de ritssluiting verwijderd wor-
den (fig. 18C).
2.9 DE WANDELWAGEN OPPLOOIEN
LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele an-
dere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker je er
tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wandelwa-
gen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. Voor-
dat je de wandelwagen opplooit, controleer je of de boodschap-
penmand leeg is, of het autostoeltje (optie) en de stootbeugel
(optie) er niet op gemonteerd zijn.
17. Als de kap geopend is, sluit je hem door de twee zijdelingse
scharnieren omhoog te halen (fig. 19A) en de voorkant naar de
handgrepen toe te trekken (fig. 19B).
18. Om de wandelwagen op te plooien, trek je de achterste kruis-
koppeling (fig. 20A) omhoog en deblokkeer je het pedaal onder de
rechterkant van de wandelwagen met de voet (fig. 20B).
19. Om het sluiten te voltooien, duw je de handgrepen naar voren
(fig. 21).
20. Als de wandelwagen is opgeplooid, blokkeert de haak op de
zijkant de wandelwagen automatisch op de gesloten stand (fig.
22) en voorkomt dat hij ongewenst weer wordt geopend.
2.10 AFNEEMBAARHEID BEKLEDING
De stof van de wandelwagen kan volledig verwijderd worden.
21. Om de stof te verwijderen, til je de voetensteun (fig. 23) op en
neem je de stof weg (fig. 23A). Vervolgens haal je de gespen weg
(fig. 23B), maak je de twee stoffen banden onder de zitting met de
drukknoppen los (fig. 23C). Haal de twee velcro's om de buizen
van de rugleuning van elkaar (fig. 24) en neem de bekleding weg.
Let hierbij op de doorgang van de buikgordels.
22. Maak de drukknoppen los die zich op de achterste buizen van
de wandelwagen bevinden (fig. 25A) en maak de twee plastic
inzetstukken op de buizen aan de zijkanten van de wandelwagen
los (fig. 25B). Haal de bekleding tenslotte van de rugleuning door
hem omhoog te trekken.
2.11 OM DE BEKLEDING WEER OP HET FRAME AAN TE BREN-
GEN
Om de bekleding weer op de wandelwagen te plaatsen, verricht je
de vervolgens beschreven handelingen.
23. Plaats de bekleding op de rugleuning van de wandelwagen.
24. Steek de buikgordels in de hiervoor bestemde gleuven (fig. 26)
25. Bevestig de twee plastic inzetstukken op de bijbehorende
plaatsen op de buizen aan de zijkanten (fig. 27A) en maak de twee
stoffen banden met de twee drukknoppen aan de achterste bui-
zen vast (fig. 27B)
26. Bevestig de twee velcro's om de buizen van de rugleuning (fig.
27C). Plaats de bekleding op de voetensteun (fig. 28) en maak de
twee stoffen banden onder de zitting met de drukknoppen vast
(fig. 29B). Maak tenslotte de gespen vast (fig. 29A)

3 LIJST MET ACCESSOIRES

LET OP: het kan zijn dat de hier vervolgens beschreven accessoires
bij enkele uitvoeringen van het product niet aanwezig zijn.
1 Boodschappenmand
1 Regenbekleding
1 Voetenzak
1 Stootbumper (optie)
3.1 MAND
De wandelwagen kan uitgerust zijn met een boodschappenmand.
27. Bevestig de boodschappenmand door de openingen over de
speciale steunen te halen (fig. 30).
3.2 REGENBEKLEDING
De wandelwagen kan worden uitgerust met regenbekleding.
36

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido