3. AFDICHTINGEN INSTALLEREN EN LEIDINGEN AANSLUITEN
3-1. AFDICHTING
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder. (Afb. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesneden. (Afb. 3)
• Houd de koperen leiding omlaag en verwijder de bramen. De bramen mo-
gen niet in de leiding vallen.
3) Verwijder de flensmoeren die op de binnen- en buitenunit zijn bevestigd, en
schuif ze op de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de
afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Afb. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel ge-
toonde waarden stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens het gekozen
gereedschap.
5) Controleer
• Vergelijk de gemaakte afdichtflens met Afb. 6.
• Als de afdichtflens niet juist lijkt te zijn, snijd dan het flensgedeelte van de
leiding af en maak de afdichting opnieuw.
Diameter
Moer
Koppelings-
Koppelings-
leiding (mm)
(mm)
gereedschap
gereedschap
voor R410A
voor R22
ø6,35 (1/4")
17
ø9,52 (3/8")
22
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø12,7 (1/2")
26
ø15,88 (5/8")
29
3-2. DE LEIDINGEN AANSLUITEN
1) Breng een dun laagje koelolie (G) aan op de flensuiteinden van de leidingen
en de leidingverbindingen van de buitenunit. Breng geen koelolie aan op de
schroefdraden. Een te groot aanhaalkoppel zal de schroef beschadigen.
2) Lijn het midden van de leiding uit met het midden van de leidingverbindin-
gen van de buitenunit en draai de flensmoer 3 à 4 slagen aan met de hand.
3) Draai de flensmoer met een momentsleutel vast zoals voorgeschreven
in de tabel.
• Te strak aandraaien kan schade aan de flensmoer veroorzaken met
lekkage van koelmiddel tot gevolg.
• Wikkel isolatie om de leidingen. Direct contact met ontblote leidingen
kan brandwonden of bevriezing veroorzaken.
3-3. ISOLATIE EN TAPE
1) Bedek de leidingverbindingen met afdekkingen voor leidingen.
2) Isoleer beslist alle leidingen die buiten lopen, inclusief de kranen.
3) Omwikkel de verbindingsleiding met leidingtape (E), te beginnen bij de
ingang van de buitenunit.
• Zet het einde van de leidingtape (E) vast met tape (voorzien van
plakmiddel).
• Wanneer leidingen boven het plafond, door een kast of via andere
warme en vochtige plaatsen komen te lopen, wikkel er dan extra in de
handel verkrijgbare isolatie omheen om condensatie te voorkomen.
4. REINIGINGSPROCEDURES, LEKTESTS EN PROEFDRAAIEN
4-1. REINIGINGSPROCEDURES EN LEKTEST
1) Verwijder de dop van de onderhoudsopening in de afsluitkraan van de
gasleiding aan de buitenunit. (De afsluitkranen zijn in eerste instantie
geheel gesloten en met de dop erop.)
2) Sluit het meterverdeelstuk en de vacuümpomp aan op de onderhouds-
opening van de afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit.
3) Start de vacuümpomp. (Trek vacuüm gedurende meer dan 15 minu-
ten.)
4) Controleer het vacuüm met het meterverdeelstuk. Sluit vervolgens het
meterverdeelstuk en stop de vacuümpomp.
5) Wacht één tot twee minuten. Controleer of de wijzer van het meter-
verdeelstuk in dezelfde stand blijft staan. Controleer of de manometer
inderdaad –0,101 MPa [Meter] (–760 mmHg) aangeeft.
6) Verwijder het meterverdeelstuk snel van de onderhoudsopening van
de afsluitkraan.
7) Open alle afsluitkranen van de gas- en vloeistofleiding volledig. Als de
airconditioner werkt met deels gesloten kranen, functioneert hij slech-
ter en ontstaan er problemen.
8) Zie 1-2. en vul indien nodig de voorgeschreven hoeveelheid koelmid-
del bij. Vul het vloeibare koelmiddel langzaam bij. Als u dit niet doet,
kan de samenstelling van het koelmiddel in het systeem veranderen
waardoor de airconditioner slechter kan gaan werken.
9) Plaats de dop weer op de onderhoudsopening om de oorspronkelijke
situatie te herstellen.
10) L ektest
A (mm)
Aanhaalkoppel
Vleugelmoer-
gereedschap
N•m
kgf•cm
voor R22
13,7 - 17,7 140 - 180
1,5 - 2,0
34,3 - 41,2 350 - 420
49,0 - 56,4 500 - 575
2,0 - 2,5
73,5 - 78,4 750 - 800
Koperen leiding
Braam
Koperen leiding
Extra ruimer
Pijpsnijder
Koperen
leiding
Matrijs
Flensmoer
WAARSCHUWING
Als u het apparaat installeert, zet de
koelmiddelleidingen dan stevig vast
voordat u de compressor start.
VOORZICHTIG
Zet de moeren van ongebruikte ope-
ningen goed vast.
*4 to 5 slagen
Dop voor onderhoudsopening
*Shuiten
(Aanhaalkoppel 10 tot 12 N•m,
*Openen
100 tot 120 kgf•cm)
Inbussleutel
Dop voor afsluitkraan
(Aanhaalkoppel
Afsluitkraan voor
24,4 tot 30,4 N•m,
VLOEISTOF
250 tot 310 kgf•cm)
Afsluitkraan
voor GAS
Voorzorgsmaatregelen tijdens
gebruik regelkraan
Behuizing Sluiten
Openen
Regelkraan
A
Vulslang
(voor R410A)
Onderhouds-
opening
Correct
Onjuist
Krom Oneffen Bramen
Afb. 1
Afb. 2
Flensgereedschap
Vleugel-
Bank-
moertype
schroeftype
Afb. 3
Afb. 4
Binnenkant
Rondom glad
glanst en heeft
geen krassen.
Rondom de-
zelfde lengte
Afb. 5
Afb. 6
Compoundmanometer
(voor R410A)
–0,101 MPa
(–760 mmHg)
Manometer
(voor R410A)
Meterverdeelstuk
(voor R410A)
Hendel
Hendel hoog
laag
Vulslang
(voor R410A)
Dop voor afsluitkraan
(Aanhaalkoppel
21,5 tot 27,5 N•m,
220 tot 280 kgf•cm)
Vacuümpomp
(voor R410A)
Wanneer u de regelkraan op de
onderhoudsopening bevestigt, kan
de schuifafsluiter van de regelkraan
vervormen of los komen te zitten als
er te veel druk op wordt uitgeoefend.
Hierdoor kan er gas gaan lekken.
Wanneer u de regelkraan op de
onderhoudsopening bevestigt, con-
troleer dan eerst of de schuifafsluiter
van de regelkraan is gesloten voor-
dat u onderdeel A vastdraait. Draai
onderdeel A niet vast of draai de be-
huizing niet om als de schuifafsluiter
geopend is.
Du-6