• De stroomkabel mag niet in contact komen met hete
onderdelen en vloeistoffen.
• Bij gebruik van een bad van kunststof dienen de toege-
stane werktemperaturen en vloeistoffen in acht te wor-
den genomen.
Het apparaat niet in werking stel-
GEVAAR
len wanneer:
- Het beschadigd of lek is.
- De kabels (niet alleen de stroomkabel) beschadigd zijn.
• Voorzichtigheid is geboden bij het vullen van een heet bad.
Bij hoge bedrijfstemperaturen kan
GEVAAR
de temperatuur van onderdelen
van de behuizing, oppervlakken en slangen hoger dan
70 °C worden.
Bij het aanraken van het verwar-
GEVAAR
mingselement bestaat gevaar. De
temperatuur van het verwarmingselement kan zeer
hoog zijn.
• Na een stroomuitval gedurende het bedrijf kan het apparaat
(afhankelijk van de bedrijfsmodus) automatisch starten.
• Het apparaat voorzichtig transporteren.
• Het bad niet transporteren of legen terwijl het nog heet
is. Als u dit wel doet, bestaat gevaar voor ongelukken,
met name door verbranding.
Vloeistoffen
Alleen vloeistoffen gebruiken die
GEVAAR
aan de vereisten met betrekking
tot veiligheid, bescherming van de gezondheid en com-
patibiliteit met het apparaat voldoen. Altijd rekening
houden met de chemische gevaren in verband met
de gebruikte badvloeistof. Alle veiligheidsvoorschriften
voor de vloeistoffen in acht nemen.
• Afhankelijk van de gebruikte badvloeistof en de inge-
stelde bedrijfsmodus kunnen zich giftige of brandbare
dampen vormen. Voor geschikte afzuiging zorgen.
• Geen vloeistoffen gebruiken, waarbij het gedurende de
verwerking tot gevaarlijke reacties kan komen.
• Uitsluitend de aanbevolen badvloeistof gebruiken. Uitslui-
tend zuurvrije en niet-corroderende vloeistof gebruiken.
Uitsluitend vloeistof verwerken en
GEVAAR
verwarmen, waarvan het vlampunt
hoger is dan de ingestelde veiligheidstemperatuurgrens.
De veiligheidstemperatuurgrens moet minstens 25 °C
lager dan het vlampunt van de gebruikte vloeistof wor-
den ingesteld. De werking van de veiligheidstempera-
tuurbegrenzer moet regelmatig gecontroleerd worden.
Het apparaat nooit gebruiken zon-
LET OP
der dat er voldoende warmtedra-
gervloeistof aanwezig is! Bovendien dient u ervoor te
zorgen dat de minimumafstanden en indompelingsdiep-
te met betrekking tot de vloeistof in acht worden geno-
men. De vloeistofpeildetectie regelmatig controleren (zie
het hoofdstuk „Vullen en legen").
• Het is noodzakelijk het bad en het vloeistofpeil in het bad
voortdurend onder controle te houden, met name bij
hoge temperaturen.
• Om een optimale temperatuurstabiliteit te garanderen,
moet de viscositeit van de vloeistoffen bij de laagste be-
drijfstemperatuur 50 mm²/s of minder bedragen. Om deze
manier wordt een goede vloeistofcirculatie verzekerd en
wordt de warmte van de pomp tot een minimum beperkt.
Wanneer water op hogere tempe-
LET OP
raturen wordt gebruikt, zal er door
de condensatie van damp meer vloeistof verloren gaan.
• Er mag geen onbehandeld leidingwater gebruikt wor-
den. Aanbevolen wordt gedestilleerd water of gedemi-
neraliseerd water (ionenuitwisselaar) te gebruiken en
0,1 g soda (natriumcarbonaat Na
gen, om de bijtende eigenschappen te verminderen.
Bij de afloop van de koelslang
GEVAAR
bestaat verbrandingsgevaar door
damp of heet water.
De koelslang bij badtemperaturen >
WAARSCHU-
95°C niet met water gebruiken.
WING
Bij badtemperaturen > 60°C dient
LET OP
te worden verzekerd, dat er vol-
doende doorstroming door de koelslang is.
De volgende vloeistoffen niet ge-
WAARSCHU-
bruiken:
WING
- Onbehandeld leidingwater
- Geconcentreerde zuren of logen
- Oplossingen met halogeniden: chloride, fluoride, bro-
mide, jodide of sulfide
- Bleekmiddel (natriumhypochloriet)
- Oplossingen met chromaten of chroomzouten
- Glycerine
- IJzerhoudend water.
Wanneer als badvloeistof water
GEVAAR
door een warmtedragervloeistof
voor temperaturen boven de 100 °C wordt vervangen,
moet het resterende water uit het hele systeem (inclu-
sief slangen en externe apparaten) worden verwijderd.
Daarbij ook de doppen en de wartelmoerkappen van de
pompuitgangen en -ingangen openen en perslucht door
alle pompuitgangen en -ingangen blazen! Opletten voor
verbrandingsgevaar door kookvertraging!
CO
) / liter toe te voe-
2
3
136