-
S toringsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 8/ 9/ 10 kunnen lei-
den tot instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2Spannings-enstroommeting
Letopdemaximalespanningt.o.v.aarde!
Gevaarlijkespanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus
-
Bus voor V, Ω, µA,
-
C ontactbus voor 10 A - bereik ( B ENNING MM 9/ 10)
van de BENNING MM 8/ 9/ 10 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V bedragen.
Gevaarlijkespanning!
Spanning in het circuit bij stroommeting maximaal 500 V. Bij
smeltenvandezekeringboven500Vkanhetapparaatworden
beschadigd. Een beschadigd apparaat kan onder spanning
komentestaan!
8.2.1
Spanningsmeting
-
K ies met de draaiknop de gewenste instelling (V AC) of (V DC).
-
H et zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 8/ 9/ 10.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA,
van de BENNING MM 8/ 9/ 10.
-
L eg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de BEN-
NING MM 8/ 9/ 10.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
8.2.2 Stroommeting
-
K ies met de draaiknop het gewenste bereik en instelling - (µA DC) voor
B ENNING MM 8/ 9/ 10 of (A AC) en (A DC) voor BENNING MM 9 / 10 -
-
H et zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 8/ 9/ 10.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA,
Hz (gelijkstroom tot 6 mA) van de BENNING MM 8/ 9/ 10, dan wel met
de contactbus voor 10 A bereik (gelijk- of wisselstroom tot 10 A) van de
B ENNING MM 9/ 10.
-
L eg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees gemeten waarde af in het display van de
B ENNING MM 8/ 9/ 10.
Zie fig. 4:
Zie fig. 5:
8.3Weerstandsmeting
-
K ies met de draaiknop de gewenste instelling (Ω) van de
B ENNING MM 8/ 9/ 10.
-
H et zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 8/ 9/ 10.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA,
van de BENNING MM 8/ 9/ 10.
-
L eg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
B ENNING MM 8/ 9/ 10.
Zie fig. 6:
8.4 Diodecontrole
-
K ies met de draaiknop de gewenste instelling (
B ENNING MM 8/ 9/ 10.
-
H et zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 8/ 9/ 10.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA,
van de BENNING MM 8/ 9/ 10.
-
L eg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpun-
ten van de diode en lees de gemeten waarde af in het display van de
B ENNING MM 8/ 9/ 10.
11/ 2006
, Hz
meten van gelijkspanning.
meten van wisselspanning.
meten van gelijkstroom. (µA-bereik, BENNING MM 8)
meten van wisselstroom. (BENNING MM 9/ 10)
weerstandsmeting.
B ENNINGMM8/9/10
, Hz
,
, Hz
) van de
, Hz
66