7. Bediening
7.1 Apparaat inschakelen
Druk op de toets "Aan/Uit".
7.2 Rotatiesnelheid selecteren
De rotatiesnelheid kan gewijzigd worden met behulp van
de toets "Rotatiesnelheid" (PR25 of PRA 25). Na het
inschakelen heeft de PR 25 standaard de middelste snel-
heid.
– één keer drukken activeert de middelste snelheid.
– nogmaals drukken schakelt over naar de hoge snel-
heid.
– nogmaals drukken schakelt over naar de middelste
snelheid.
– nogmaals drukken schakelt over naar de lage snel-
heid.
– nogmaals drukken stopt de rotatie.
– nogmaals drukken schakelt over naar de lage snel-
heid.
– de procedure wordt herhaald.
7.2.1 Lijnfunctie selecteren
Wanneer op de toets "Lijnfunctie" wordt gedrukt, pro-
jecteert de PR 25 een lijn die door nogmaals te drukken
vergroot resp. verkleind kan worden.
– één keer drukken projecteert een korte lijn
– nogmaals drukken schakelt over naar een middelgrote
lijn.
– nogmaals drukken schakelt over naar een grote lijn.
– nogmaals drukken schakelt over naar een extra grote
lijn.
– nogmaals drukken schakelt over naar een grote lijn.
– nogmaals drukken schakelt over naar een middelgrote
lijn.
– de procedure wordt herhaald.
7.2.2 Beweging van lijn en punt
De laserlijn of het laserpunt kan met behulp van de rich-
tingstoetsen naar links of rechts worden bewogen (PR 25
of PRA 25).
Door de richtingstoetsen ingedrukt te houden wordt de
snelheid verhoogd en de laserlijn of het laserpunt con-
tinu bewogen.
7.2.3 Horizontaal werken
– Monteer afhankelijk van de toepassing het apparaat
bijvoorbeeld op een statief.
– Druk op de toets "Aan/Uit".
-AANWIJZING-
Zodra de nivellering bereikt is, wordt de laserstraal inge-
schakeld en roteert hij.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070173 / 000 / 00
7.2.4 Verticaal werken
– Zet het apparaat afhankelijk van de toepassing op een
egaal oppervlak.*
– Druk op de toets "Aan/Uit".
-AANWIJZING-
*Om de gespecificeerde precisie aan te kunnen houden,
dient het apparaaat op een egaal oppervlak te zijn
geplaatst.
-AANWIJZING-
De X-LED is uit = de verticale X-richting bevindt zich
automatisch in het lood en is bewaakt.
De Y-LED brandt rood = u kunt de Y-richting handma-
tig met de servotoetsen afstellen (laservlak blijft lood-
recht).
7.2.5 Automatisch afstellen/auto alignment
Voor het automatisch afstellen is het beslist noodzake-
lijk dat de PR 25 precies geïnstalleerd is. Hierbij dient
de PR 25 zo afgesteld te zijn dat de correcte as (X of Y)
in de af te stellen richting wordt gepositioneerd. Is alleen
mogelijk in verbinding met de PRA 25.
Procedure:
– De PR 25 positioneren op het referentiepunt en de cor-
recte as afstellen in de af te stellen richting (werkbe-
reik voor auto alignment 5–50 m; radius).
– De laser-ontvanger PRA 25 positioneren op het gewen-
ste punt.
– Ervoor zorgen dat zich tussen de PR 25 en PRA 25
geen obstakels bevinden die de communicatie kun-
nen verstoren.
– Drie keer binnen één seconde op de X of de Y toets
drukken om de afstelfunctie te activeren. Hierbij is het
belangrijk dat de assen overeenstemmen, d.w.z. wan-
neer X (Y) op het referentiepunt is afgesteld, dan dient
ook X (Y) automatisch via PRA 25 vrijgeschakeld te
worden.
– Als de rotatielaser PR 25 zich niet in de lijnmodus
bevindt, schakelt hij automatisch over naar de mid-
delste rotatiesnelheid en start hierbij het zoekproces.
De functie Automatisch afstellen wordt in het indica-
tieveld weergegeven door de actuele af te stellen as
en knipperende pijlen. Daarnaast start er een akoe-
stisch signaal dat tijdens het zoekproces blijft klinken.
– De richting van het zoekproces kan met behulp van de
richtingstoetsen worden gewijzigd.
– Zodra de laserstraal het ontvangstveld van de PRA 25
bereikt, wordt de straal naar het 0-punt (referentie-
vlak) bewogen.
– Nadat de positie bereikt is (vinden van het referentie-
vlak) klinkt er een kort signaal om aan te geven dat het
proces gereed is. In het indicatieveld is alleen nog de
afgestelde as te zien.
nl
55