5.1 Montage van de wielen (fi g. 3a,b en c)
Neem de achterste wielen (fi g. 2, pos. 14) en
steek die op de as zoals getoond in fi g. 3a. Daar-
na schuift u de sluitring (fi g. 2, pos. 17) op de as
en bevestigt u alles met de bijgaande splitpen
(fi g. 2, pos. 16) zoals getoond in fi g. 3b. Ten slotte
duwt u de wieldoppen (fi g. 2, pos. 15) op de wie-
len (fi g. 3c). Ga bij de voorste wielen (fi g. 2, pos.
13) op dezelfde manier te werk.
5.2 Montage van de schuifbeugel
(fi g. 4a tot 4e)
Steek een onderste schuifbeugel (fi g. 4a, pos.2)
in de voorziene opening (fi g. 4a) en maak deze
vast d.m.v. een schroef (fi g. 4b, pos. 19) zoals
getoond in fi g. 4b. Ga aan de andere kant analoog
te werk.
Bij de montage van de bovenste schuifbeugel
kunt u de hoogte van de schuifbeugel bepalen
door het bevestigingsgat (fi g. 4c) te kiezen.
Bevestig de bovenste schuifbeugel door de ga-
ten L voor een lage positie of H voor een hoge
positie. Te dien einde de bovenste schuifbeugel
vastschroeven op de onderste schuifbeugel (fi g.
2, pos 20) zoals getoond in fi g. 4d. Maak dan de
motorkabel vast op de schuifbeugel (fi g. 4e, pos.
A) m.b.v. de kabelhouders (fi g. 2, pos. 18).
5.3 Montage van de opvangkorf
(fi g. 5a tot 5d)
Steek het onderste en bovenste gedeelte van
de opvangkorf (fi g. 5a, pos. 10, 11) in elkaar. Let
er wel op dat alle plastic neuzen rondom correct
vastklikken. Vervolgens drukt u de greep van de
opvangkorf (fi g. 5b, pos. 12) in de openingen van
de opvangkorf. Controleer of de greep op de juis-
te plaats goed vast zit.
Bij het vasthaken van de opvangkorf moet de mo-
tor afgezet zijn en mag het snijmes niet draaien.
De opvangkorf wordt op de gazonmaaier aan de
beide haken (fi g. 5c, pos. A) ingehangen. Open
daarvoor met één hand de uitwerpklep (fi g. 5d,
pos. 6) en hang met de andere hand de opvang-
korf in zoals getoond in afbeelding 5d. De uitwer-
pklep wordt door een veer tegen de opvangkorf
getrokken.
Anl_HE_43_HW_SPK7_Teil1.indb 70
Anl_HE_43_HW_SPK7_Teil1.indb 70
NL
5.4 Vulniveau-indicator opvangkorf
De opvangkorf beschikt over een vulniveau-
indicator (fi g. 2, pos. 21). Die wordt geopend door
de luchtstroom die de maaier tijdens de werking
verwekt. Valt de klep tijdens het gras afrijden
dicht, dan zit de opvangkorf vol en moet hij wor-
den leeggemaakt. Voor een perfecte werking van
de vulniveau-indicator moeten de gaten onder de
klep steeds schoon en doorlatend zijn.
5.5 Verstellen van de snijhoogte
Let op!
Van maaihoogte mag enkel worden veranderd als
de motor afgezet en de netstekker uit het stop-
contact getrokken is.
De maaihoogte wordt centraal ingesteld met be-
hulp van de afstelhendel voor de maaihoogte (fi g.
6, pos. 4). U kunt 6 verschillende maaihoogtes
instellen.
Trek de afstelhendel naar buiten en stel de ge-
wenste maaihoogte in. De hendel klikt in de ge-
wenste positie vast.
6. Bediening
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet, alvorens het apparaat aan te sluiten.
Verbind de netstekker (fi g. 1, pos. 8) met een
verlengkabel. De verlengkabel dient te worden
beveiligd d.m.v. de kabeltrekontlastingsklem zoals
getoond in fi g. 7.
Let op!
Om een ongewild inschakelen te verhinderen is
de grasmaaier uitgerust met een inschakelblok-
kering (fi g. 8, pos. A), die moet worden ingedrukt,
voordat de schakelbeugel (fi g. 8, pos. B) kan
worden ingedrukt. Zodra u de schakelbeugel
loslaat, wordt de grasmaaier uitgeschakeld. Voer
deze procedure meermaals uit om er zeker van
te zijn dat uw toestel correct werkt. Voordat u een
herstelling of onderhoudswerkzaamheid aan het
toestel verricht dient u er zich van te vergewissen
dat het mes niet draait en het toestel geïsoleerd
is van het net.
Let op! Open de uitwerpklep nooit als de
opvanginrichting leeg wordt gemaakt en de
motor nog draait. Het roterende mes kan ver-
wondingen veroorzaken.
- 70 -
15.10.13 14:30
15.10.13 14:30