Informatie Over De Lader; Hoofd- En Vollading - Würth BLG 12-25 Workshop Manual De Instrucciones

Veiligheidshandschoenen
gebruiken
Bij werkzaamheden aan accu's moeten de
handen en armen worden beschermd tegen
eventueel contact met accuzuur.
Alleen voor gebruik binnenshuis
Het apparaat mag wegens de uitvoering
(beschermingsgraad) uitsluitend binnenshuis
in droge ruimten worden gebruikt.
Beschermingsgraad II
Dit apparaat valt onder beschermingsgraad II
(beveiligd met dubbele of versterkte isolering).
Uitsluitend aan te sluiten op een
voldoende beveiligde stroomkring
De vereiste apparaatstroom kan zeer hoog
oplopen (zie technische informatie). De
stroomkring waarop het apparaat wordt
aangesloten, moet passend beveiligd zijn.
Beschermingsgraad IP20
Dit apparaat is beschermd tegen het
binnendringen van vaste externe deeltjes
(D > 12,5 mm). Het is op geen enkele wijze
beschermd tegen het binnendringen van
vloeistoffen.

INFORMATIE OVER DE LADER

Met deze lader kunnen alle gangbare 12 V-
loodzuuraccu's (natte en start-stop accu's) worden
opgeladen. Lithiumaccu's mogen hiermee niet
worden opgeladen. De lader is geschikt voor accu's
van 30 Ah t/m 500 Ah en kan zonder tijdsrestricties
voor opladen of druppelladen worden gebruikt.
Vanwege het geluid dat de ventilatoren maken, is
het apparaat minder geschikt voor gebruik in een
showroom. De laadspanning wordt op basis van
temperatuur gecompenseerd met een externe sensor.
LAADPROCES
Het laadproces toont spanning (U) over tijd (t)
en stroom (I) over tijd (t). De beschrijving is van
toepassing op opladen bij een buitentemperatuur
van 25 °C (zie afb. E, pagina 4):
Vooranalyse: analyse van de accustatus
Hoofdlading: tot 14,4/14,7 V bij 25 °C met 25 A
Vollading: met 14,4/14,7 V bij 25 °C,
laadstroom afnemend tot 2 A
32
Na-analyse: controleren of de accuspanning
onder 12 V daalt
Druppelladen: 13,6 V, laadstroom maximaal
25 A, afnemend tot 1 A
Druppelladen met 13,6 V, laadstroom tot
maximaal 25 A
Nieuwe start van de laadcyclus
VOORANALYSE
De lader controleert of de accu correct is aangesloten.
Het laadniveau (V) en de totale capaciteit (Ah)
van de accu worden gemeten om de correcte
laadkarakteristiek te bepalen. De laadstatus wordt op
het led-display weergegeven (zie tabel pagina 2).

HOOFD- EN VOLLADING

De lader begint met het opladen van de accu met
constante stroom tot 14,4/14,7 V (bij 25 °C). De
laadspanning wordt hierbij constant op 14,4/14,7 V
gehouden, terwijl de laadstroom wordt gereduceerd
totdat deze onder een gedefinieerde waarde ligt.
Vervolgens daalt de laadspanning naar 13,6 V,
waarna de fase van continu laden begint. Tijdens
het laadproces wordt de laadstatus aan de hand
van het aantal brandende leds weergegeven. Het
knipperende segment boven de leds geeft aan dat er
wordt opgeladen. Als de accu volledig is opgeladen,
branden alle 5 de led-segmenten continu. Als de
accuspanning lager is dan 2 V, brandt het lampje
voor de foutmodus.
NA-ANALYSE
De accu wordt na de laadfase nog een keer door de
lader geanalyseerd. Als hierbij een fout in de accu
wordt ontdekt, begint de waarschuwingsdriehoek
op de lader te knipperen. Bij de na-analyse kunnen
accu's met kortsluiting in afzonderlijke cellen worden
gedetecteerd.
Bij de vooranalyse is dit niet mogelijk. Als de
accuspanning binnen 2 minuten onder 12,0 V daalt,
schakelt de lader naar de foutmodus. Het laadproces
wordt gestopt.
DRUPPELLADEN
Als de accu volledig is opgeladen, levert de lader
13,6 V bij 25 °C en maximaal 25 A. Dit wordt
aangegeven doordat alle leds knipperen.