VOORDAT U DE STORINGSDIENST BELT
Onderstaande verschijnselen duiden niet op een defect aan het toestel.
HET TOESTEL WERKT NIET
Het toestel werkt niet wanneer het direct nadat het is
uitgeschakeld weer wordt ingeschakeld. Het toestel
werkt evenmin direct nadat de functie is gewijzigd. Dit
om interne mechanismen te beschermen. Wacht 3
minuten voordat u het toestel bedient.
HET TOESTEL BLAAST GEEN WARME LUCHT
Het toestel is bezig met voorverwarmen of ontdooien.
GEURTJES
Er kunnen geurtjes van tapijten en meubelen worden
opgezogen, die daarna weer worden uitgeblazen,
evenals de geur van de onderdelen van de aircon-
ditioner.
KRAKENDE GELUIDEN
Het kan voorkomen dat het toestel krakende geluiden
produceert. Dit geluid ontstaat door wrijving van het
voorpaneel of andere componenten die uitzetten door
temperatuurwijzigingen.
EEN ZACHT ZOEMGELUID
Dit is het geluid dat u hoort wanneer het toestel
ionenclusters genereert.
Tijdens de AUTOMATISCHE PLASMACLUSTERBEDIENING werkt de airconditioner in de LUCHT-
VERFRISSINGSFUNCTIE, zelfs wanneer er geur in de kamer aanwezig is.
• Wanneer bijvoorbeeld de kamer vol tabaksrook hangt voordat de airconditioner wordt ingeschakeld, kan
het zijn dat de GEURSENSOR niet reageert.
Controleer onderstaande punten wanneer het toestel niet naar behoren functioneert.
WANNEER HET TOESTEL NIET FUNCTIONEERT
Controleer of de stroomonderbreker is geactiveerd of de zekering is gesprongen.
ALS HET TOESTEL DE KAMER NIET VOLDOENDE KOELT (OF VERWARMT)
Controleer de filters. Indien vuil,
reinigen.
Controleer of ramen en deuren
goed gesloten zijn.
ALS HET TOESTEL NIET FUNCTIONEERT WANNEER HET TOESTEL GEEN
SIGNALEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ONTVANGT
Controleer of de batterijen van
de afstandsbediening leeg zijn.
Neem contact op met de onderhoudsdienst wanneer het BEDRIJF-indicator, het TIMER-indicator en
de TEMPERATUURINDICATOR op het indicatorpaneel knipperen.
SUIZENDE GELUIDEN
Het zachte, suizende geluid is het geluid van
de koelstof die door het toestel stroomt.
WATERDAMPEN
• In de functies KOELEN en DROGEN zijn
• In de functie VERWARMEN kunnen tijdens
DE BUITEN-UNIT STOPT NIET
Na het stopzetten van de bediening zal de ven-
tilator van de buiten-unit gedurende ongeveer
één minuut draaien om de unit af te koelen.
DE LUCHTUITLAAT VAN DE PLASMA-
CLUSTER GEEFT EEN GEUR AF
Dit is de geur van ozon, afkomstig van de
ionisator. De ozonconcentratie is zeer laag en
heeft geen negatieve invloed op uw gezondheid.
De in de lucht vrijgekomen ozon zal snel afbreken
en de ozonconcentratie in de kamer zal niet oplopen.
Controleer de luchtinlaat en de
luchtuitlaat van de buiten-unit op
obstructies.
Een groot aantal mensen in de
kamer kan er de oorzaak van zijn
dat de gewenste temperatuur niet
bereikt wordt.
Probeer het signaal opnieuw te
verzenden door de afstandsbe-
diening goed op het ontvangst-
venster van het toestel te richten.
N-20
soms wat waterdampen bij de luchtuitlaat
zichtbaar, wat wordt veroorzaakt door het
verschil tussen de kamertemperatuur en de
temperatuur van de lucht die door het toestel
wordt uitgeblazen.
het ontdooien soms wat waterdampen
worden uitgestoten.
Controleer of de thermostaat
op de juiste stand is ingesteld.
Controleer de kamer op de
aanwezigheid van toestellen
die warmte kunnen afgeven.
Controleer of de batterijen met
de polen in de juiste richting in
de afstandsbediening zijn
gelegd.