Let altijd op andere weggebruikers. Het wangedrag van anderen kan leiden tot
●
ongevallen en letsels.
Rijd altijd voorzichtig en let in het bijzonder op de toestand van de weg.
●
Onvoorspelbare wegomstandigheden, zoals gladheid of bladeren, kunnen
leiden tot een verhoogd risico op slippen.
Spring niet met de scooter en let op gaten in het wegdek, bochten en andere
●
obstakels.
Raak de rem niet aan na langdurig remmen want die kan warm zijn.
●
Als de elektrische scooter wordt blootgesteld aan natheid door nat weer of
●
reiniging, kan het vocht de reactie van het remsysteem beïnvloeden. Rijd
met de scooter op een veilige plaats om de remmen na het schoonmaken te
drogen.
Bewaar de elektrische scooter nooit in woonruimten of in de buurt van
●
brandbare voorwerpen.
WAARSCHUWING
Houd er rekening mee dat rijden met elektrische hulp een zekere gewenning
●
vergt. Bij het rijden, zorg ervoor dat uw lichaam naar voren is gericht, en niet
naar achteren, anders kan versnellen het voorwiel van de grond tillen.
Rem nooit door met de schoenzolen over de grond te schuren. Deze beweging
●
activeert het bewegingsbesturingssysteem (assisted pedaling), dat op zijn beurt
de bewegingssensor en de versnelling van de motor inschakelt.
Rijd nooit met motorsteun op de stoep.
●
NL
Gebruik van een rijmodus met behulp van
de pedalen
135