Veld 7
Veld 8
Veld 9
Bovendien moet het volgende worden vermeld:
c) U
een spanningsreductie-voorziening;
d) U
een omschakelvoorziening van wissel- op gelijkstroom.
Veld 10
..A/ ...V tot ...A/ ... vermogensbereik, kleinste en grootste berekeningswaarde
Veld 11
x symbool voor inschakelduur.
Veld 12
/2 symbool voor de berekeningswaarde van de lasstroom.
Veld 13
... symbool voor de genormaliseerde arbeidsspanning.
Velden
11a, 11b, 11c ....%
12a, 12b, 12c ... A
13a, 13b, 13c ... V
Deze velden vormen een tabel met passende waarden voor de drie instellingen:
a) ... % inschakelduur bij de grootste berekeningswaarde van de lasstroom;
b) 60 % inschakelduur;
en
c) 100 % inschakelduur (indien van toepassing).
Symbool voor lasstroombronnen die voor het lassen in omgeving met
verhoogde elektrische bedreiging geschikt zijn (indien van toepassing).
Symbool voor de lasstroom, bv:
gelijkstroom
wisselstroom en aanvullend de berekeningswaarde van de frequentie
in Hz, bv: 50 Hz.
U
...V nullastspanning-berekeningswaarde
0
a) gemiddelde aritmetische waarde bij gelijkspanning:
b) effectieve waarde bij wisselspanning:
... V de gereduceerde berekeningswaarde bij nullastspanning bij
R
.. V van berekeningswaarde van de nullast-gelijkspanning bij
S
van de lasstroom en passend genormaliseerde arbeidsspanning.
waarde van de inschakelduur
waarde van de berekeningswaarde van de lasstroom.
waarde van de genormaliseerde arbeidsspanning.