4.3 Voeding van de zoutelektrode
Sluit de hiervoor bestemde kabel aan. Draai de
moeren op de juiste wijze aan. Een niet goed
aangedraaide
aansluiting
veroorzaken.
Als voor de aansluiting een kabel wordt gebruikt
die langer is dan de bij het apparaat meegeleverde
kabel, moet de kabelsectie worden aangepast en
moeten de aansluitingen worden beschermd en
aangepast aan de gebruikte kabelsectie.
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd
door een gekwalificeerde elektricien en volgens de
eisen van de norm NFC 15-100 (versie 2002).
4.4 Voorbeeldschema
elektrische aansluiting:
5. Inbedrijfstelling
5.1 Stabilisator
Het gebruikt van een stabilisator van 10 g/m3 tot
20 g/m3 in het watert wordt sterk geadviseerd bij
zeer warme perioden om verdamping van chloor
en corrosie te verminderen.
Maximaal gehalte: 50 g/m3
LET OP:
Bij een te LAAG stabilisatorgehalte verdubbelt
het
chloorverbruik
Omgekeerd
verhindert
stabilisatorgehalte de werking van chloor!
Gebruikt u chloortabletten in het zwembad,
meet dan de stabilisatorgehalte van het water.
Als de concentratie hoger is dan 50 g/m3,
vervang dan een deel van het water voordat u
zout toevoegt.
5.2 Zout
Strooi het zout rechtstreeks in het bad en laat de
filtratie ingeschakeld. Schakel de chlorinator pas
weer in als het zout volledig is opgelost.
Dosering:
4 gram per liter, ofwel 400 kg voor 100 m3. De
dosering moet worden gecontroleerd met de
meegeleverde teststrips.
kan
oververhitting
van
een
van
uw
zwembad.
een
te
HOOG
101449 Installatie- en gebruikshandleiding
5.3 Ingebruikname
Zet de schakelaar van de chlorinator in de stand
'Marche', stel de maximale capaciteit in en laat het
apparaat 24 uur per dag continu filteren totdat het
gewenste chloorgehalte is bereikt (minimaal 0,5
ppm).
Stel de filtering in op automatisch en controleer
regelmatig het chloorgehalte.
Pas indien nodig de instelling aan wanneer het
chloorniveau boven het gewenste gehalte uitkomt.
De elektrode wordt automatisch onder spanning
gebracht na een vertragingsinterval.
Wacht
2
minuten
nadat
ingeschakeld voordat u het vermogen instelt met +
of -
Fabrieksinstellingen:
model 30 -
4 A - maximum
model 55 -
7 A - maximum
model 95 - 10 A - maximum
6. Debietdetector (optioneel)
Wij adviseren u met klem een debietdetector te
installeren in de volgende gevallen:
•
filtratiepomp
bevindt
waterpeil (risico op drooglopen)
•
vat is gemonteerd als by-pass.
Werkingsprincipe:
Als de doorstroming onbedoeld of vanwege een
omgekeerde stroming wordt onderbroken en, in
alle gevallen, wanneer de doorstroomsnelheid van
het water lager is dan 2,9 m3/h, onderbreekt de
detector de chloorproductie.
Installatie:
(zie het schema in paragraaf 3)
Installeer de aansluitklem (aangeven: 50 of 63
mm) vóór het elektrolysevat en bij voorkeur op een
horizontale leiding.
Zorg dat de pijl op de kop van de detector in de
stroomrichting wijst. Sluit de detector aan op het
elektrolyseapparaat.
INSTALLEER
DE
STROOMAFWAARTS.
Als de detector niet op de juiste wijze wordt
geïnstalleerd, belemmert dit de chloorproductie.
Deze
storing
wordt
knipperend getal 99.
u
de
kast
hebt
zich
boven
het
DETECTOR
NOOIT
aangegeven
met
een
44