Klimaatklasse en betekenis:
T (tropisch): Dit koelapparaat is bedoeld
voor gebruik bij omgevingstemperaturen
van 16 °C tot 43 °C.
ST (subtropisch): Dit koelapparaat
is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 16 °C tot
38 °C.
M (matig): Dit koelapparaat is bedoeld
voor gebruik bij omgevingstemperaturen
van 16 °C tot 32 °C.
UM (uitgebreid matig): Dit
koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 10 °C tot
32 °C.
3.3 Accessoires
3.3.1 Ijsblok bakje
• Vul het ijsblok bakje met water en plaats
deze in het
vriezercompartiment.
• Zodra het water helemaal is veranderd
in ijs kunt u
het bakje
hieronder getoond, om de ijsklontjes te
kunnen pakken.
3.3.2 Plastic schraper
(In sommige modellen)
Na een bepaalde periode zal vorst
opbouwen in bepaalde zones in
het vriesvak. De
geaccumuleerde vorst in het
vriesvak moet regelmatig
worden verwijderd. Gebruik
hiervoor, indien noodzakelijk, de
geleverde plastic schraper. Gebruik geen
scherpe metalen voorwerpen tijdens deze
bediening. Hierdoor kunt u namelijk het
koelcircuit doorboren en onherstelbare
schade aan het apparaat berokkenen.
buigen zoals
NL - 64
4 HET PLAATSEN VAN
LEVENSMIDDELEN
4.1 Koelkast compartiment
• Om vochtigheid en dus een toename
van vorst te verminderen mag u nooit
vloeistoffen in onbedekte containers in
de koelkast plaatsen. Vorst concentreert
zich gewoonlijk
op
de verdamper en na verloop van tijd zult
u vaker moeten ontdooien.
• Plaats nooit warme etenswaren in
de koelkast. Warme etenswaren
moet u eerst laten afkoelen tot
kamertemperatuur en moeten daarna
zodanig geplaatst worden dat er
voldoende luchtcirculatie mogelijk is in
het koelkast compartiment.
• Niets mag in aanraking komen met de
achterwand want dit veroorzaakt vorst
en de verpakkingen kunnen aan de
achterwand plakken. Open de deur van
de koelkast niet te vaak.
• Rangschik het vlees en gereinigde vis
(verpakt in pakketten of plastic folie)
die u binnen 1-2 dagen zult gebruiken
in de onderste sectie van de koelkast
(boven de groentelade) want dit is de
koudste sectie en dit garandeert de beste
opslagvoorwaarden.
• U kunt groenten en fruit in het groentevak
plaatsen zonder verpakking.
NIET DOEN: Geen aardappelen, uien
of knoflook in de koelkast bewaren.
Vlees dat niet werd bereid na ontdooien
niet weer invriezen.
• Voor normale werkomstandigheden is
het voldoende de temperatuur van uw
koelkast in te stellen op +4 °C.
• De temperatuur van het koelvak moet
zich bevinden tussen de 0 en 8 °C,
vers voedsel onder de 0 °C bevriest en
rottende bacteriën vermenigvuldigen zich
boven de 8 °C en bederven het voedsel.
• Zet heet voedsel niet direct in de
koelkast, maar wacht tot tot het
afkoelt. Heet voedsel verhoogt de
de koudste delen van