31. STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Alvorens werkzaamheden aan de machine uit te voeren moet u de handelingen
die in de paragraaf UITSCHAKELEN vermeld zijn uitvoeren.
Storing
Mogelijke oorzaak
Één van de
veiligheidsvoorzieningen
van de installatie
waar de machine op
aangesloten is (zekering,
Als de schakelaar op de
aardlekschakelaar enz.)
stand "1" gezet wordt
is ingeschakeld.
start de machine niet.
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Als de schakelaar op de
stand "1" gezet wordt
De lamp (LED) is
gaat de lamp (LED) niet
doorgebrand.
aan.
De machine is niet goed
bevestigd.
De arm-motoreenheid
is niet goed aan het
onderstel bevestigd.
De machine trilt
abnormaal.
De arm-motoreenheid
is niet goed aan het
onderstel bevestigd.
De slijpsteen is niet goed
op zijn plaats op de naaf
gemonteerd.
- Indien het niet mogelijk is om de juiste werking van de machine te herstellen door
de aanwijzingen die in deze tabel staan op te volgen moet u zich tot een vakman
wenden.
NL
Oplossing
Reset de
veiligheidsvoorziening.
Gebruik indien de
veiligheidsvoorziening
weer inschakelt de
machine niet en wend u
zich tot een vakman.
Haal de stekker uit het
stopcontact en steek de
stekker er goed in.
Vervang de lamp (LED).
Controleer de bevestiging
en draai indien nodig de
bevestigingsschroeven
goed aan.
Zet de betreffende
blokkeerhendel goed
vast.
Zet de betreffende
blokkeerhendel goed
vast.
Demonteer de slijpsteen,
controleer of de slijpsteen
ongeschonden is en
monteer de slijpsteen
weer op de juiste manier.
35