Schema periodiek onderhoud
Vermijd accidenteel starten tijdens motoronderhoud door de bougiedop te verwijderen.
Brandstof controleren en bijvullen
Controleren op brandstoflekkage
Controleer of alle bouten, moeren en schroeven goed vastzitten
Controleer of de snijkop goed vastzit
Controleer de gashendel en motorschakelaar
Controleer de beschermkappen van de snijkop
Controleer de koelluchtopeningen
Controleer het stationaire toerental (snijkop mag niet draaien)
Breng enkele druppels machineolie aan op het snijmes
Smeer de overbrenging met vet
Brandstoffilter reinigen
Reinig de brandstoftankdop
Luchtfilterelement reinigen
Bouten, moeren en schroeven aandraaien
Bougie reinigen en elektrodenafstand aanpassen
Stof en vuil verwijderen van de cilinder koelvinnen
Koolstofafzetting verwijderen op de zuigerkop en in de cilinder
Koolstofafzetting verwijderen uit de uitlaatpijp van de
uitlaatdemper
Reinig het rooster van de vonkvanger
Draaiende gedeelten van krukas, drijfstang, enzovoort
controleren
Brandstofslang
○
De aangegeven onderhoudsintervallen gebruiken als richtlijn. Onderhoud moet vaker worden uitgevoerd, als dit nodig is vanwege de
gebruiksomstandigheden.
○
Indien schade of defect optreedt bij gecontroleerde delen, vervangen door een nieuw.
: Bij stoffige omstandigheden, vaker onderhoud uitvoeren.
: Onderhoud moet door een erkende dealer worden uitgevoerd.
De gaskabel afstellen
Bij het monteren van de motor aan de uitrusting, de gaskabel
als volgt afstellen:
A
B
C
D
E
F
A. Stelschroef
B. Borgmoer
C. Gasklep
D. Aanslag
E. As
F. Stationairschroef
ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Onderhoud
1. Verwijder de luchtfilterkap.
Draai de borgmoer los.
2. Verdraai de stelschroef. Zorg
ervoor dat de stationairschroef
de gasklep raakt bij de as en
de speling van de gaskabel
ongeveer 2 mm is.
3. Verdraai de gashendel. Zorg
ervoor dat de gasklep de
aanslag raakt.
4. Draai de borgmoer vast.
Eerste
Elke dag
20 uur
●
●
●
●
●
●
●
●
●
OPMERKING
Onderhoud van de brandstoftankdop
D
A. Tankdop
B. Ontluchterunit
C. Brandstoftank
D. Ontluchtingsopening
Interval
Om de
Om de
20 uur
50 uur
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
Elke 3 jaar vervangen.
In de tankdop is een
A
ontluchtingsopening
aangebracht. Als de
ontluchtingsopening verstopt is,
zal er als gevolg van de
B
onderdruk in de tank geen
brandstof in de carburateur
C
stromen, waardoor problemen bij
het starten of gebruiken van de
motor zullen ontstaan. Controleer
tegelijkertijd dat de onderkant
van de ontluchtingsunit goed
gemonteerd is in de groeven in
de tankdop, op de manier zoals
is weergegeven in de afbeelding.
Nederlands
Om de
100 uur
●
11