Publicidad
033014 MONTAGEHANDLEIDING.
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel aanwezige
kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Demonteer de achterlichtunits. Demonteer hiervoor in totaal 4 vleugelmoeren. De onderste vleugelmoeren zijn
te bereiken door het kunststof afdekkapje te verwijderen. Klik de stekkers los.
3. Verwijder in de bagageruimte de vloermat, het reservewiel, de krikhouder en de reservewielbak.
4. Demonteer de bumper:
Verwijder aan de bovenzijde van de bumper 2 schroeven en aan de onderzijde 5 schroeven.
Verwijder in beide wielkasten 3 schroeven.
5. Verwijder het luchtrooster en de afdichtingskap aan de linkerzijde achter de wielkast.
6. Demonteer de binnenbumper (6 moeren). Deze wordt niet meer gebruikt!
Maak in het afdichtingsmateriaal van de chassisbalken een snede zodat de steunen "1", "2", "3" en "4" in
de chassisbalken geschoven kunnen worden.
Monteer bijgeleverde plaatjes op de bevestigingspunten van de binnenbumper d.m.v.
de reeds bestaande moeren van de binnenbumper (zie detail 1).
7. Schuif de steunen "1" en "2" in de linker chassisbalk en de steunen "3" en "4" in de
Monteer de steunen "1 " en "4" in de bagageruimte t.p.v. de gaten "A" m.b.v 2 bouten M10x30, incl.
carrosserie- en veerringen.
Monteer de steunen "1" en "2" aan de linkerzijde t.p.v. gat "B" m.b.v. 1 bout M10x45, incl. carrosserie- en
veerring.
Monteer de steunen "3" en "4" aan de rechterzijde in de bagageruimte t.p.v. gat "B" m.b.v. 1 bout M10x45,
incl. sluit-, veerring en verstevigingssteun "6".
Monteer, via de rechter chassisbalk, bevestigingsstrip "7" t.p.v. gat "C" m.b.v. met 1xM10 bout, incl.
sluit-, veerring en moer.
8. Monteer t.p.v. de gaten "D" onderhaak "8" m.b.v. 4 bouten M12x50, incl. veer-, sluitringen en moeren.
Indien nodig vulstrippen (1mm) en (2mm) gebruiken om de ruimte tussen onderhaak "8" en steun
"3" op te vullen (zie detail 2).
9. De snede in het afdichtingsmateriaal afkitten.
10. Herplaats alle onder de punten 2, 3, 4 en 5 genoemde onderdelen.
11. Monteer t.p.v. de gaten "E" de kogelbehuizing en beugel "9" m.b.v. 2 bouten M12x70, incl. veerringen en
moeren.
12. Monteer t.p.v. gat "F" de stekkerdoosplaat m.b.v. 1 bout M12x30, incl. veerring en moer.
13. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M10 - 46Nm
M12 –79Nm
14. Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens gegeven
aanhaalmomenten).
15. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt door de
schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor wie hij aansprakelijk
is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
033014 MONTAGEANLEITUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen.
Im Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Demontieren Sie die Rücklichteinheiten. Demontieren Sie dazu insgesamt 4 Flügelmuttern. Die unteren
Flügelmuttern sind durch Entfernen der Kunststoff-Abdeckkappe erreichbar. Rasten Sie die Stecker
aus.
3. Entfernen Sie im Kofferraum die Bodenmatte, das Ersatzrad, die Halterung für den Wagenheber und
das Ersatzrad.
4. Demontieren Sie die Stoßstange:
Entfernen Sie an der Oberseite der Stoßstange 2 Schrauben und an der Unterseite 5 Schrauben.
Entfernen Sie in beiden Radkästen 3 Schrauben.
5. Entfernen Sie den Lüftungsrost und die Dichtkappe an der linken Seite hinter dem Radkasten.
6. Demontieren Sie das Innenteil der Stoßstange (6 Muttern). Dieses wird nicht mehr gebraucht!
Machen Sie in das Dichtungsmaterial der Chassisträger einen Einschnitt, so dass die Halter "1", "2",
"3" und "4" in die Chassisträger geschoben werden können.
rechter chassisbalk.
Die mitgelieferten Platten mit den vorhandenen Muttern des Innenstoßfängers,
gemäß Detail 1 an Befestigungspunkten des Innenstoßfängers montieren.
7. Schieben Sie die Halter "1" und "2" in den linken Chassisträger und die Halter "3" und "4" in den
rechten Chassisträger.
Montieren Sie die Halter "1 " und "4" im Kofferraum bei den Löchern "A" mit Hilfe der 2 Bolzen M10x30,
einschließlich Karosseriescheiben und Federringen.
Montieren Sie die Halter "1" und "2" an der linken Seite bei dem Loch "B" mit Hilfe des Bolzen M10x45,
einschließlich Karosseriescheiben und Federringen.
Montieren Sie die Halter "3" und "4" an der rechten Seite des Kofferraums bei dem Loch "B" mit Hilfe
des Bolzen M10x45, einschließlich Unterlegscheiben, Federringen und Versteifungsträger "6".
Montieren Sie via dem rechten Chassisträger das Befestigungsband "7" bei Loch "C" mit Hilfe von
einem 1xM10 Bolzen, einschließlich Unterlegscheibe, Federring und Mutter.
8. Montieren Sie bei den Löchern "D" Querträger "8" mit Hilfe von 4 Bolzen M12x50, einschließlich
Federringen, Unterlegscheiben und Muttern.
Falls nötig Füllstreifen (1mm) und (2 mm) benützen um den Raum zwischen Querträger „8"
und Stütze „3" aus zu füllen (Detail 2).
9.
Den Einschnitt im Dichtungsmaterial mit Kitt abdichten.
10. Bringen Sie alle in den Punkten 2, 3, 4 und 5 genannten Teile wieder in ihre ursprüngliche Position.
11. Montieren Sie bei den Löchern "E" die Kugelaufnahme und Bügel „9" mit Hilfe von 2 Bolzen
M12x70, einschließlich Federringen und Muttern.
12. Montieren Sie bei dem Löch "F" die Steckdosenhalteplatte mit Hilfe von 1 Bolz M12x30, einschließlich
Federring und Mutter.
13. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M10 - 46Nm
M12 –79Nm
14. Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen, wie angegeben, nachziehen.
15. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)
Publicidad
