4. Installatie
• U mag een zekering enkel plaatsen of vervangen wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
• Vervang een gesprongen zekering door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde specificaties (250Vac /
3.15A zekering 5 x 20mm, bestelcode FF3N). Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zekeringhouder op het achterpaneel met een geschikte schroevendraaier.
2. Verwijder de oude zekering en breng de nieuwe in.
3. Plaats de zekeringhouder terug in de behuizing en zet hem vast met de schroevendraaier.
5. Gebruik
a. Voorkant (zie figuur blz. 2)
1. INPUT GAIN voor kanaal A en B
2. LED POWER voor ON/OFF
3. SIGNAAL LED: deze groene LED geeft een veilige werking aan. Het uitgangsniveau blijft tussen -30dB and 0dB.
4. CLIPPING LED: deze rode LED brandt wanneer het signaal overmoduleert (oversturing op extreem hoge
volumes). Controleer in dit geval het uitgangssignaal van het mengpaneel en verlaag de GAIN CONTROL.
Vergeet niet dat de versterker geen overstuurde signalen kan corrigeren.
5. POWER ON/OFF SCHAKELAAR: deze knop licht op wanneer deze op ON staat.
b. Achterkant (zie figuur blz. 2)
6. UITGANG kanaal A en B
7. ZEKERINGHOUDER
8. AANSLUITING VOEDING
9. INGANG KANAAL A en KANAAL B: ingang via gebalanceerde 6.35mm mono jacks
10. INGANG KANAAL A en KANAAL B: ingang via gebalanceerde XLR
c. Gebalanceerd / Ongebalanceerd ingangssignaal
Als een ongebalanceerd ingangssignaal aangesloten wordt via een XLR aansluiting, moet er een brug
gemaakt worden tussen PIN1 en PIN3 (zie figuur links). Voor een ongebalanceerd ingangssignaal
kunt u ook de 6.35mm aansluiting gebruiken.
OPMERKING: Bij het oversturen van de versterker gaat hij in beveiling. Laat de versterker voldoende afkoelen. De
versterker kan opnieuw gebruikt worden nadat de beveiliging voldoende is afgekoeld. Dit kan tot 45
minuten duren.
6. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing en bevestigingsmaterialen mogen niet vervormd zijn of aangepast worden.
3. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde technicus.
4. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
5. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solvent.
6. De gebruiker mag enkel de zekering vervangen.
7. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
VPA2100MN_v2
Beide versterkerkanalen zijn uitgerust met een uitgebalanceerde XLR ingang (vrouwelijk) en
een gebalanceerde 6.35mm mono aansluiting.
Ingangskabels moeten afgeschermd zijn!
7
VELLEMAN