Installatie - Fagor CZ5702731 Manual De Instrucciones

0.
IDENTIFICATIE
Identificeer het model van uw kookplaat ("a",
"b", "c", "d", "e", "f") door het nummer en de
lay-out van de elementen op uw apparaat te
vergelijken met die in de afbeeldingen.
1.

INSTALLATIE

1.1 De kookplaat uitpakken. Verwijder alle
beschermende materialen.
1.2 Plaats hem in de eenheid. Houd
altijd rekening met de details van
het kenmerkenplaatje (1.2.1) en de
afmetingen van de eenheid waarin
de kookplaat wordt geplaatst (1.2.2,
1.2.3) . Als u onder de kookplaat geen
oven plaatst, moet u een beschermend
paneel installeren overeenkomstig de
aangegeven afmetingen (1.2.4). Steek de
schuimrand langs de buitenrand van de
kookplaat om hem waterdicht af te sluiten
(1.2.5). Draai de kookplaat om en plaats
hem in het gat (1.2.6). Bevestig hem aan
de eenheid met de meegeleverde haken
(1.2.7). Gebruik geen materialen die niet
kunnen worden verwijderd, zoals silicone.
1.3 Aansluiting op de stroomtoevoer.
• 220-240 V ~ overeenkomende
aansluitingen (1.3.1)
• Als het soort aansluiting anders is dan
220-240 V~, verwijder de kabel dan en
maak de aansluiting overeenkomstig
(1.3.2)
• Totaal vermogen: ≤ 6.8 kW
(overeenkomstig het model, zie
technisch productblad).
AANSLUITING
220-240 V ~
220-240 V ~
380-415 V 3N~
380-415 V 2N~
Dit apparaat voldoet aan de Europese
normen 73/23/EEC en 89/336/EEC.
28
INT. NOMINALE
SCHAKELAAR IN
FASES
≤ 30A
≤ 14A
≤ 11A
≤ 16A
Aanbevelingen: Het apparaat moet door een
erkende installateur worden geïnstalleerd, die
de instructies en schema´s van de fabrikant
opvolgt.
2.
GEBRUIK
Op vitrokeramische kookplaten kunnen
aardewerken, koperen of roestvrij stalen
pannen worden gebruikt. Aluminium pannen
worden niet aanbevolen, omdat ze het glas
van de kookplaat kunnen bevlekken.
2.1 De kookzone kiezen. U kunt uit
verschillende elementen kiezen om de
pannen op te zetten. Kies het element dat
het beste past bij de afmeting van de pan.
2.2 De kookplaat aanzetten. Zet het element
waar u de pan op heeft gezet aan door de
overeenstemmende toets
)2.2). Er klinkt een piepgeluid, een
tevoorschijn en het verwarmingselement
wordt standaard geselecteerd.
2.3 Aanpassen van de warmte-instelling.De
warmte-instelling kan worden aangepast
met ( ) of ( ) (2.3) zolang het warmte-
element wordt geselecteerd.
NB:Druk bij het wijzigen van de warmte-
instelling of tijd tegelijkertijd op ( ) en ( )
0
om naar te gaan.
2.4 Warmte-element kiezen.Druk op
een warmte-element te kiezen of een
warmte-element dat al aanstaat (2.4).
Het getal dat gerelateerd wordt aan het
verwarmingselement schijnt feller dan de
anderen.
2.5 Een warmte-element uitzetten. Druk de
toets van het uit te zetten warmte-
element in en houd deze vast om een
warmte-element uit te zetten. Er klinken
drie pieptonen en het getal gaat uit. Bij het
uitzetten van het laatste warmte-element
klinken er vier piepsignalen.
2.6 Vergrendelfunctie (kinderslot). Dit
voorkomt onvoorzien gebruik. Houd de
keuzetoetsen van warmte-elementen 1 en
2 ( ) gelijktijdig ingedrukt om de kookplaat
te ver- of ontgrendelen (2.6.1). Als de
kookplaat is vergrendeld, verschijnt
het indrukken van een willekeurige toets
(2.6.2). Bij ontgrendelen verschijnt
NEDERLANDS
in te drukken
0
komt
om
bij
(2.6.3).