4
VEILIGHEID
4.1
Veiligheidsinstructies
Zie het veiligheidsinstructiesdocument voor de
veiligheidsinstructies en overige veiligheidsgegevens.
5
INSTALLATIE EN
INBEDRIJFSTELLING
5.1
Installatievoorwaarden
Installeer het apparaat op een vorstvrije, goed
•
geventileerde plaats.
Installeer het apparaat volgens de plaatselijk
•
geldende richtlijnen en voorschriften.
Sluit het apparaat op een 230 V / 50 - 60 Hz
•
voeding aan.
Installeer het apparaat als bypass op de
•
hoofdleiding van het systeem.
Installeer het apparaat bij voorkeur op de plaats in
•
het systeem met de laagste temperatuur. Hier bevat
de vloeistof de meeste opgeloste gassen.
Plaats in geval van sterk vervuilde systeemvloeistof
•
een vuilafscheider in de hoofdretourleiding van het
systeem.
Zorg voor een goed gedimensioneerd
•
expansiesysteem. Door de waterverplaatsing in het
apparaat kunnen drukschommelingen in het
systeem ontstaan. Houd rekening met een extra
netto expansievolume van minimaal 2 liter.
Controleer of de aansluiting van het
expansiesysteem de juiste maat heeft
(minimumdiameter ¾"/22 mm).
Zorg dat het bedieningspaneel altijd goed
•
bereikbaar blijft.
Houd minimaal de voor onderhoud en reparatie
•
aangegeven afstand aan.
•
600
Gebruikershandleiding - 1.0
600
600
Nederlands
5.2
Uitpakken
WAARSCHUWING
Hijs om beschadiging van het apparaat te
voorkomen het uitgepakte apparaat niet op.
Het apparaat wordt op een pallet geleverd.
1.
Verwijder de banden.
2.
Verwijder de verpakking.
8