MONTAGE VAN DE BESTURINGSBOX
De besturing CB11 wordt in een speciale, waterdichte box (203391) gemonteerd. De afstanden die voor de montage moeten worden
aangehouden uitmeten en boorgaten bepalen. Kunststof met behulp van een schroevendraaier uit de gaten verwijderen. Kabelconnectoren met
trekontlasting naar binnen leiden. Box tegen het oppervlak, waartegen het gemonteerd moet worden houden. Schroeven door de
bevestigingsgaten in de achterwand aan het oppervlak vastschroeven. De motorbesturing bestaat uit microprocessorgestuurde elektronica en is
voorzien van de modernste techniek. De besturing beschikt voor een veilig gebruik over alle noodzakelijk aansluitmogelijkheden en functies. Door vocht
en water raakt de besturing beschadigd. Voorkom te allen tijde dat er water, vocht, of stuwwater in de besturing komt. Alle openingen en
kabeldoorvoeren moeten altijd waterdicht afgesloten zijn. De besturingsbox met de motorbesturing moet met de kabeldoorvoeren naar onderen
gemonteerd worden. De box mag niet blootgesteld worden aan direct zonlicht. Met de elektronica kan de trek- en duwkracht zeer nauwkeurig ingesteld
worden. De deur kan bij de juiste montage/instelling met de hand vastgehouden worden. Tijdens gebruik kan de deur altijd per afstandsbediening,
toets of sleutelschakelaar stopgezet worden. De deurvleugel moet voor de „OPEN"- en „DICHT"-posities een stabiele aanslag hebben, aangezien
de deuraandrijvingen niet over een eindschakelaar beschikken.
TECHNISCHE GEGEVENS
Spanning:
230 V~ ±10 % 50 Hz
Verbruik max.:
22 mA
Aandrijving max.:
230 V~ 50 Hz 1000 W max
Stroomtoevoer toebehoren:
24 Vdc / 0,5 A max
Werktemperatuur:
-25 ºC ÷ 55 ºC
Bedrijfsvormen:
Standaard
Standaard met dodeman in sluiten
Dodeman
Max. looptijd:
80 sec
Pauze tijd:
0 ÷ 150 sec
Afmetingen:
124x152 mm (zonder box)
STROOMVERDELING
De kabel die vanaf de aandrijfarm loopt, moet op een gangbare, waterdichte verdeler worden aangesloten. De kabel van de verdeler naar de
besturing kan dan vast aangelegd worden. Het is vaak mogelijk de aandrijving die direct naast de besturing bevestigd wordt, direct naar de box te
leiden. Leg de verdeler nooit onderaards aan!
Volgende kabeldoorsnedes mogen over het algemeen niet onderschreden worden:
• 100-230 volt 1,5 mm² of groter
• 0-24 volt 0,5 mm² of groter
Tips: Deurbelkabel leveren in de praktijk vaak problemen op, aangezien ze bij grotere lengtes te veel spanning verliezen. Leg de kabels in
verschillende kabelkanalen, d.w.z. kabel - motor en kabel - fotocelbeveiliging, vooral bij sleutelschakelaars, starttoetsen (van de behuizing),
anders kunnen er bij langere kabellengtes storingen ontstaan.