Het montagesjabloon is op de achterkant van de
verpakking gedrukt. Open de doos volledig en leg
hem tegen de muur.
Volg de installatievolgorde op het uitvouwblad
van de omslag (Schema 1) en neem hierbij de mi-
nimumafstand tussen het onderste deel van de
radiator en de vloer in acht (Fig. 4).
Zorg na installatie ervoor dat het netsnoer is los-
gekoppeld van het stopcontact.
3.2 ELEKTRISCHE AANSLUITING
OPGELET
De installatie moet uitgevoerd worden door een ge-
specialiseerd technicus en in overeenstemming met
de geldende voorschriften in het betreffende land.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd wordt, dient gecon-
troleerd te worden dat het niet elektrisch gevoed wordt
en dat de hoofdschakelaar geopend is in de stand "O".
De voeding van het apparaat is 230 V ~ 50 Hz. Zorg
ervoor dat de voedingslijn aan de in tabel 1 vermelde
gegevens is aangepast.
Fig. 7
Kabel van het apparaat
Als de Stuurdraad niet met de programmeereenheid is verbonden, moet hij afgesloten en geïsoleerd
worden. Sluit in geen geval de Stuurdraad op de massa aan.
Zorg ervoor dat het netsnoer op geen enkele wijze in contact kan komen met het oppervlak van het apparaat (Fig. 6).
FASE = BRUIN
NEUTRAAL = GRIJS
STUURDRAAD = ZWART
Twee mogelijke gevallen
1e geval: installatie zonder
Stuurdraadsysteem
2e geval: installatie met
Stuurdraadsysteem
Zorg ervoor dat de voedingskabel is uitgerust met
een apparaat dat scheiding van het apparaat van
het net mogelijk maakt, inclusief de Stuurdraad,
indien aanwezig, volgens de huidige wetgeving.
Bij installatie in badkamers moet de elektrische lei-
ding voorzien zijn van een differentiaalbeveiliging
met hoge gevoeligheid met nominale differenti-
aalstroom van 30 mA.
De voedingsleiding en de regeleenheid van de
Stuurdraad moeten met dezelfde differentiaalbe-
veiliging worden beschermd.
Breng de elektrische aansluiting binnen de aftak-
doos tot stand.
In geval van vochtige vertrekken (keuken, bad-
kamer), moet de aansluiting van het apparaat op
het circuit zich op minstens 25 cm boven de vloer
bevinden.
Neem het elektrische aansluitschema aangegeven
FASE
NEUTRAAL
Sluit de draad af en isoleer hem
Sluit aan op de Stuurdraadregeleen-
heid of de programmeereenheid
75
Elektriciteitsnet
NL