7. Proefdraaien
[Uitgangspatroon A] Fouten gedetecteerd door het binnenapparaat
Afstandsbediening
Draadloze afstandsbediening
Pieptonen/knipperingen
(aantal malen)
1
P1
P2
2
P9
3
E6, E7
4
P4
P5
5
PA
6
P6
7
EE
8
P8
9
E4
10
—
11
Pb
12
Fb
14
PL
Geen geluid
E0, E3
Geen geluid
E1, E2
Geen geluid
– – – –
[Uitgangspatroon B] Fouten gedetecteerd door andere apparaten dan het binnenapparaat (buitenapparaat, enz.)
Afstandsbediening
Draadloze afstandsbediening
Pieptonen/knipperingen
(aantal malen)
1
E9
2
UP
3
U3, U4
4
UF
5
U2
6
U1, Ud
7
U5
8
U8
9
U6
10
U7
11
U9, UH
12
—
13
—
14
Andere
*1 Er zijn geen fouten geregistreerd indien de signaalgever niet na de eerste twee pieptonen klinkt om te bevestigen dat het zelf-controlesignaal was ontvangen en het
werkingsindicatielampje niet is gaan branden.
*2 Als de signaalgever na de eerste twee piepsignalen drie maal achter elkaar een pieptoon geeft "piep, piep, piep (0,4 + 0,4 + 0,4 s)" om te bevestigen dat het startsignaal
van de zelfcontrole was ontvangen, is het aangegeven koelstofadres verkeerd.
• Draadloze afstandsbediening
De ononderbroken zoemergeluiden zijn afkomstig uit het ontvangstgedeelte van het binnenapparaat.
Het knipperen van het bedieningslampje.
• Afstandsbediening met snoer
Controleer de code die in het LCD-scherm wordt weergegeven.
74
med draad
Controlecode
Inlaatsensorfout
Pijpsensorfout (TH2)
Pijpsensorfout (TH5)
Communicatiefout binnen-/buitenapparaat
Afvoersensorfout /Vlotterschakelaar-aansluiting open
Afvoerpompfout
Geforceerde fout compressor
Beveiligingsactie in geval van bevriezing/oververhitting
Communicatiefout tussen binnen- en buitenapparaten
Pijptemperatuurfout
Ontvangstfout signaal afstandsbediening
—
Fout ventilatormotor binnenunit
Fout besturingssysteem binnenapparaat (geheugenfout, enz.)
Abnormaal koelmiddelcircuit
Transmissiefout afstandsbediening
Fout bedieningspaneel afstandsbediening
Geen respons
med draad
Controlecode
Communicatiefout binnen-/buitenapparaat (zendfout) (buitenapparaat)
Overstroomonderbreking compressor
Thermistors van het buitenapparaat geopend/kortgesloten
Overstroomonderbreking compressor (bij vergrendelde compressor)
Abnormaal hoge uitstoottemperatuur/49C-werking/onvoldoende koelstof
Abnormaal hoge druk (63H-werking)/oververhittingsbeveiliging aangesproken
Abnormale temperatuur van het koellichaam
Beveiligingsstop van de ventilator van het buitenapparaat
Overstroomonderbreking compressor/afwijking van de voedingsmodule
Te sterke verwarming door te lage afvoertemperatuur
Afwijking zoals te hoge of te lage spanning of afwijkend synchroon signaal
naar het netvoedingscircuit/stroomsensorfout
—
—
Andere fouten (Zie de technische handleiding voor het buitenapparaat.)
Symptoom
Symptoom
Opmerking
Opmerking
Zie voor nadere informatie het
LED-display van de bestu-
ringskaart van het buitenap-
paraat.