•
Aanduiding
II 1G Ex ia IIC T6
II 2G Ex ia IIC T6
II 1G Ex ia IIC T5
II 2G Ex ia IIC T5
II 1G Ex ia IIB T6
II 2G Ex ia IIC T6
II 1G Ex ia IIB T5
II 2G Ex ia IIC T5
Installatie / Ingebruikneming
De toestellen mogen enkel door geschoold personeel opgebouwd, aangesloten en in gebru-
ik worden genomen. Het geschoolde personeel moet kennis hebben van ontstekingsbeveili-
gingen, voorschriften en verordeningen voor bedrijfsmiddelen in het ex-bereik.
Controleer of de classificatie (zie boven „Aanduiding" en aanduiding op het apparaat) voor
de specifieke toepassing geschikt is.
•
Uitsluitend aansluiten op intrinsiekveilige stroomkringen, die door het EG-proefmodelkeu-
ringsrapport goedgekeurd zijn en de volgende maximale waarden niet overschrijden:
•
Toegestane omgevingstemperatuur op de plaats van gebruik (met betrekking tot het maxi-
maal toevoerbare vermogen):
Ta -20...+55 °C
Ta -20...+70 °C
Ta -20...+65 °C
Ta -20...+80 °C
Ta -20...+55 °C
Ta -20...+70 °C
Ta -20...+65 °C
Ta -20...+80 °C
Ui = 15 V, Ii = 50 mA, Pi = 120 mW
overeenkomstig tabel 1
IM08-***-N-ZWO, IM12-***-N-ZWO
IM08-***-N-ZWO, IM12-***-N-ZWO
IM18-***-N-ZWO, IM30-***-N-ZWO
IM18-***-N-ZWO, IM30-***-N-ZWO
NL
21