en
1... PLAATSING
it
2... INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK
de
3... ONDERDELEN
4... WERKING
es
5... WATERAFVOER
fr
6... ONDERHOUD
7... VERHELPEN VAN STORINGEN
nl
pt
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN, DIENT
DE HANDLEIDING AANDACHTIG TE WORDEN BE-
STUDEERD EN BEWAARD VOOR LATERE RAADPLE-
da
GING.
fi
►►
1. PLAATSING (FIG. 1.)
►
Vochtige lucht verspreidt zich, net als hinderlijke (kook)luchtjes,
door het gehele huis. Het is dan ook raadzaam om de luchtont-
no
vochtiger op een centrale plaats neer te zetten, zodat de vochtige
lucht van alle kanten uit het gehele huis kan worden aangezo-
sv
gen. Heeft u een serieus vochtprobleem in een vertrek, begin dan
in die ruimte. Later als het vochtprobleem is opgelost, kunt u de
luchtontvochtiger desgewenst verplaatsen naar een meer cen-
pl
trale plaats.
Zet de luchtontvochtiger stabiel op een vlakke ondergrond. Zet
ru
de luchtontvochtiger zoveel mogelijk waterpas en zorg ervoor dat
de lucht onbelemmerd kan worden aangezogen en uitgeblazen.
Zorg er dus voor dat aan alle kanten van het apparaat minstens
cs
10 cm (4") vrije ruimte wordt behouden.
Voor extra praktisch gebruik en mobiliteit heeft uw luchtontvoch-
hu
tiger 4 draaiwieltjes.
Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te zet-
ten, het snoer uit het stopcontact te halen en de watertank te le-
sl
gen.
Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden. Zorg er dus
voor dat het apparaat niet te ver van een stopcontact wordt ge-
hr
plaatst. Indien een verlengsnoer toch noodzakelijk blijkt te zijn,
let erop dat de diameter van de stroomkabels minstens 1 mm2
lt
bedraagt.
Het beste effect wordt verkregen in een ruimte met gesloten bui-
tendeuren en ramen wanneer de luchtontvochtiger aan staat.
lv
►►
2. INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK
►
et
LET OP!
► Het apparaat moet altijd rechtop staan.
► Vóór het aansluiten van uw luchtontvochtiger moet deze mi-
ro
nimaal 1 uur rechtop hebben gestaan na het transport ervan of
nadat deze is gekanteld (bijv. tijdens reiniging ervan).
sk
► Blokkeer de openingen (lucht in- en uitlaten) niet.
► Controleer de netspanning. De luchtontvochtiger is uitsluitend
geschikt voor de aansluitspanningen die staan aangegeven op
bg
het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat.
► Als de stroomkabel van de luchtontvochtiger is beschadigd,
uk
dient deze vervangen te worden door een deskundige service-
monteur om ieder risico te voorkomen.
► Zet het apparaat nooit aan en schakel het nooit uit door de
zh
stekker uit het stopcontact te trekken. Gebruik hiervoor altijd de
schakelaar op het bedieningspaneel.
SE
► Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te
zetten, de stekker uit het stopcontact te halen en de watertank te
legen.
SE
► Gebruik geen spray tegen ongedierte of anderen brandbare
schoonmaakmiddelen.
SE
► Reinig de luchtontvochtiger nooit door het apparaat met water
te besproeien of in water te dompelen.
SI
INHOUDSOPGAV
► DIT APPARAAT IS NIET BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR
PERSONEN (INCLUSIEF KINDEREN) MET EEN BEPERKT LI-
CHAMELIJK, ZINTUIGLIJK OF GEESTELIJK VERMOGEN OF
DOOR PERSONEN ZONDER ERVARING DIE NIET ZIJN GE-
TRAIND DOOR IEMAND DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR
HUN VEILIGHEID. LET ER OP DAT KINDEREN NIET MET HET
APPARAAT SPELEN.
BELANGRIJK!
HET APPARAAT MAG NIET WORDEN GEBRUIKT BIJ
TEMPERATUREN ONDER 5°C, OM ZO IJSAFZETTING
OP DE VERDAMPER TE VOORKOMEN.
►►
3. ONDERDELEN (FIG. 2.)
►
1. Voorplaat
2. Bedieningspaneel
3. Luchtuitlaat
4. Handgreep van het apparaat
5. Achterplaat
6. Voedingskabels
7. Filterinlaat
8. Opening voor waterafvoerslang voor vaste waterafvoer
9. Watertank
10. Draaiwieltjes
►►
4. WERKING (FIG. 3.)
►
1. Knop vochtigheidsgehalte
2. Knop ventilatorsnelheid
3. Display
4. Knop temperatuurdisplay
5. Knop ON/OFF
6. Controlelampje vochtigheidsgehalte
7. Controlelampje hoge snelheid
8. Controlelampje lage snelheid
9. Timer
10. Controlelampje "watertank vol"
11. Controlelampje ON/OFF
12. Controlelampje TiO2
13. Knop TiO2 (optioneel)
► Steek de netstekker van het apparaat in het stopcontact. Con-
troleer eerst of de netspanning overeenkomt met de gegevens op
het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat.
► Druk op de AAN/UIT knop om het apparaat aan te zetten. De
compressor zal starten (zonder ingestelde tijd werkt het apparaat
onafgebroken). De ionisator (optioneel) start automatisch.
► Druk op de HUMI knop om het gewenste vochtigheidsgehalte
in de ruimte in te stellen: voortdurende ontvochtiging, 40%, 50%,
60% of 70%. ( Indien het vochtigheidsgehalte in de ruimte minder
dan 35% bedraagt, zal het symbool 'LO' op de display verschij-
nen en indien het vochtigheidsgehalte in de ruimte meer dan 95%
bedraagt, zal het symbool 'HI' op de display verschijnen.)
► Druk op de knop voor het instellen van de ventilatorsnelheid
en kies de gewenste snelheid – hoog of laag.