F12E
LAATSTE CONTROLES EN TEST
Alvorens spanning op de apparatuur te zetten, moeten de volgende controles worden uitgevoerd:
- Controleer of de dips correct zijn ingesteld
- Controleer de elektrische verbindingen; een onjuiste aansluiting kan schadelijk zijn zowel voor de apparatuur
als voor de installateur en de gebruiker.
VOED HET APPARAAT
- Controleer of de rode leds (DL3, DL4) branden en dat de gele led (DL2) uit is.
- Controleer of de veiligheidssystemen aangesloten tussen klemmen 1-4 normaal werken
- Controleer of de poort gesloten is en de motoren geblokkeerd en gereed zijn om in werking te treden.
- Verwijder eventuele obstakels uit de actieradius van de poort.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Voor elke installatie of onderhoudsvoorziening dient u te controleren of de voeding naar de
apparatuur onderbroken is!!
STORING
De opener opent of
sluit niet
De fotocellen werken
niet
Als men op knop 2 van de
afstandsbediening drukt, start
de voetgangersfunctie niet.
De zender werkt alleen
op korte afstand
MOGELIJKE OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Controleer of de rode leds branden en dat de gele led uit is.
Verbind de STOP ingang (klemmen 2-4) met een NC contact of plaats ee
draadbrug. Verbindt de START ingang (klemmen 3-4) met een NO contact.
DIP6 = ON. Plaats DIP6 op OFF en controleer of led LD4 uitgaat wanneer de
fotocellen onderbroken zijn.
Het tweede kanaal van de zender werd vooraf niet aangeleerd.
Voer de procedure voor aanlering van het tweede kanaal uit.
Controleer of de antenne in de juiste positie staat (massa klem 15, impuls
klem 16 (voor besturingen AS04330).
Bij gebruik van een aan te sluiten ontvanger (AU01710) moet de antenne
worden verbonden aan de klemmen op de ontvanger. Controleer of er in de
omgeving geen andere apparatuur aanwezig is die de ontvangst kan verstoren.
55
NL