3.2. INTENSITEITS-/STERKTEREGELING
Pas de intensiteit aan door herhaaldelijk op de knop voor "intensi-
teitsinstelling" te drukken. Maak hierbij een keuze tussen de drie
intensiteitstreden licht ( ), middel ( ) en sterk ( ). De actuele in-
tensiteitstreden wordt aangegeven door de LED-indicatie (intensiteit).
Het apparaat begint altijd op het laagste intensiteitsniveau ( ). Dit
komt ook overeen met het NOVAFON-behandelingsadvies, d.w.z. om
te beginnen met een lage intensiteit en deze te verhogen naar gelang
de behoefte en het individuele gevoel.
Opmerking: De beste trilling wordt bereikt wanneer het apparaat
zonder extra contactdruk wordt gebruikt.
3.3. LAADPROCES
Gebruik voor het laden van het apparaat alleen de meegeleverde
voedingsadapter en USB-C-kabel of het NOVAFON-laadstation (niet
meegeleverd). Om het apparaat op te laden, sluit u de kabel eerst
aan op het apparaat of laadstation en vervolgens op de voedingsa-
dapter die bij uw stroomaansluiting past. Steek de voedingsadapter
pas daarna in het stopcontact. Laad het apparaat op tot de laadsta-
tusindicatie (LED) niet meer pulseert. Gebruik het DAS NOVAFON-
apparaat niet tijdens het opladen. Zodra het LED-display stopt met
pulseren, is het DAS NOVAFON-apparaat weer volledig operationeel.
Het apparaat heeft een indicatie voor te lage accuspanning. Als de
laadstatusindicatie (LED) snel knippert, kunt u uw DAS NOVAFON-
apparaat nog 10 minuten gebruiken. Het apparaat schakelt dan auto-
matisch uit. Wanneer u het laadstation gebruikt om op te laden, moet
u het apparaat voorzichtig op de USB-poort plaatsen en verwijderen.
Vermijd het verdraaien van het apparaat in het laadstation om schade
te voorkomen.
3.4. OPZETSTUKKEN
De opzetstukken worden met een insteekverbinding aan het apparaat
gefixeerd. De opzetstukken kunnen eenvoudig met een draai (kwarts-
lag) en lichte trekkracht van het apparaat worden losgekoppeld. De
opzetstukken worden aangebracht door ze eenvoudigweg in te ste-
ken. De opzetstukken hebben hun beoogde positie bereikt wanneer
de houders op het apparaat en het opzetstuk naadloos op elkaar lig-
gen. De magneten helpen u bij het vinden van de eindpositie. Voordat
u met de behandeling begint, moet u zich ervan verzekeren dat het
betreffende opzetstuk in de beoogde eindstand gefixeerd is.
Zie de tekening op pagina 68 voor de juiste positie van het opzetstuk
op het apparaat.
4. GEBRUIK
De lokale vibratietherapie met het DAS NOVAFON-geluidsgolvenap-
paraat met geluidsgolven kan worden gebruikt als ondersteunende
maatregel bij een reeks van aandoeningen van het bewegingsstelsel
en het zenuwstelsel. Zo worden NOVAFON-geluidsgolvenapparaten
gebruikt door artsen en therapeuten als begeleidende therapie voor
de behandeling van pijn van het bewegingsstelsel (bijvoorbeeld spier-
en gewrichtspijn) en de rehabilitatie van neurologische aandoeningen
(bijvoorbeeld spasticiteit of neglect na een beroerte). Dankzij de een-