INsTRUcTIEs VOOR DE INsTALLATIE
Rookgaskanaal
Met rookgaskanaal wordt verwezen naar het
kanaal dat het mondstuk voor de afvoer van
de rookgassen van de haard verbindt met de
aanvang van de schoorsteen.
Het rookgaskanaal moet uitgevoerd worden
met harde stalen buizen van staal of
keramiek. Metalen slangen of slangen van
vezelcement zijn niet toegestaan.
Horizontale stukken of stukken in tegenhelling
moeten vermeden worden.
Eventuele veranderingen aan de doorsnede
zijn alleen toegestaan aan de uitgang van
de kachel en niet, bijvoorbeeld, aan de
koppeling in de schoorsteen.
Hoeken van meer dan 45° zijn niet
toegestaan.
Ter hoogte van het aanhefpunt van de stalen
buis op het mondstuk voor de uitgang van
de rookgassen, moet aan hoge temperatuur
een
dichting
uitgevoerd
mastiek.
Verder, moet rekening gehouden
worden met de bepalingen van de
norm UNI 10683/2005, paragraaf
4.2, over de "aansluiting op het
systeem voor de afvoer van de
rookgassen" en subparagrafen.
worden
met
NEE
schoorsteen en dakafvoer
Met schoorsteen wordt verwezen naar de buis
die, van de ruimte waarin de kachel gebruikt
wordt, naar het dak van het gebouw leidt.
De fundamentele kenmerken van
de schoorsteen zijn:
- de capaciteit om weerstand te bieden
tegen temperaturen van de rookgassen
van minstens 450°C voor wat betreft de
mechanische weerstand, de isolatie en de
gasdichtheid.
- voorzien zijn van een gepaste isolatie om
condensvorming te voorkomen
- een constante doorsnede hebben en
nagenoeg altijd verticaal lopen, zonder
hoeken groter dan 45°
- binnendoorsneden hebben die bij voorkeur
rond zijn; in het geval van rechthoekige
doorsneden, mag de maximale verhouding
tussen de zijden niet groter zijn dan 1,5
- een binnendoorsnede hebben met een
oppervlakte die minstens gelijk is aan die
aangegeven op de technische fiche
- dienen voor een enkele haard (kachel of
houtkachel).
Voor schoorstenen die niet nieuw gebouwd
zijn of te groot zijn, is het raadzaam buizen
te gebruiken van roestvrij staal met een
gepaste diameter en isolatie.
De
fundamentele
eigenschappen
van de dakafvoer zijn:
- binnendiameter aan de basis gelijk aan die
van de schoorsteen
- uitgangsdoorsnede niet minder dan het
dubbel van die van de schoorsteen.
- positie in de wind, boven het dak en buiten
de refluxzone.
57