De camera scherpstellen — DSC-modus
Wilt u foto's nemen in de DSC-modus, dan draait u de scherpstelring van de camera
naar het bergpictogram toe. De scherpstelling reikt van 61 centimeter tot oneindig.
U kunt deze instelling voor bijna al uw fotografische behoeften gebruiken, of de camera
nu met of zonder computer gebruikt wordt.
Voor macrofotografie of voor foto's met kleine objecten, zoals adreskaartjes, van heel
dichtbij, draait u de scherpstelring naar het bloempictogram toe. Bij deze instelling
kan de camera foto's van voorwerpen maken op ongeveer tien centimeter afstand.
Wanneer de scherpstelring tussen de bloem en de berg staat, is de diepte van
de scherpstelling slechts één meter.
Een waarschuwingslampje aan de achterkant van de camera bij de zoeker maakt u erop
attent wanneer de scherpte niet op "berg"-modus is ingesteld.
Gebruik de zoeker om uw onderwerp te omkaderen.
Autom. belichting/witbalans
De camera heeft een automatische belichtingsfunctie om de juiste belichting
te bepalen. Hiermee worden de luminescentie en RGB-waarden van vijf gebieden
binnen het kader berekend. Aan de hand van deze berekeningen past de camera
de belichtingstijd, de versterking en de kleur aan voor een optimale belichting.
N.B.: Wanneer u foto's of video's maakt, dient u voorwerpen met extreme contrasten
(zowel diepe schaduwen als felle lichten) te vermijden. Deze voorwerpen komen
meestal voor bij situaties met achtergrondbelichting (bijvoorbeeld wanneer
de zon recht achter uw voorwerp staat).
Foto's weg van uw pc nemen in DSC-modus
1. Uw camera moet van de USB-poort van uw computer ontkoppeld worden.
2. Duw de driestandenmodusschakelaar aan de zijkant van de camera
helemaal omlaag voor de DSC-modus.
3. Zorg dat u een resolutie gekozen heeft via de knop Resolutie achter
op de camera.
4. Voor bijna al uw foto's stelt u de scherpstelring op het bergpictogram in.
Gebruik het bloempictogram niet voor normale opnames, omdat u dan wazige
foto's krijgt.
5. Breng het voorwerp binnen het kader met behulp van de zoeker van
de camera.
104
Uw camera gebruiken