LED
KLEUR
De led brandt doorgaans als de lezer
correct wordt gevoed. gaat tijdens
RDY
Blauw
de programmeringsprocedure uit.
gaat 1 seconden uit als de relaisu-
itgangen geactiveerd worden.
knippert 1 maal om het lezen of de
invoering van een verkeerde code
aan te geven.
knippert 2 maal om de annulering
van het intoetsen van een code
op het paneel of de programme-
ringsprocedure aan te geven. Tijdens
ERR
Rood
de programmeringsfase van de
gebruikerscodes: knippert 4 maal
om het lezen of de invoering van een
al opgeslagen code aan te geven;
knippert 3 maal om aan te geven
dat in het geheugen onvoldoende
ruimte voor codes is
knippert kort als op een toets
wordt gedrukt. Wordt tijdens de
FBK
geel
programmeringsfase van de lezer
met verschillende signaleringen
gebruikt.
gaat branden om aan te geven dat
een code/badge is herkend en om
OK
groen
de activering van de relaisuitgangen
aan te geven.
FUNCTIE
ZOEMER
1 pieptoon
gevolgd
Lezen of
door een
intoetsen
hoge toon
van een
1 pieptoon
gebruiker-
gevolgd door
scode
een lage
toon
Gebruik
van het
1 toon (tik)
paneel
Program-
1 pieptoon
mering
Program-
1 pieptoon
mering
28 -
AXXEDO Q.BO SA
INSTALLATIEHANDLEIDING
BETEKENIS
BETEKENIS
Lezen of invoering van
een juiste (geldige) ge-
bruikerscode
Lezen of invoering van
een onjuiste (ongeldige)
gebruikerscode
Elke keer dat op een toets
wordt gedrukt en de toets
in de programmering-
smodus 3 seconden lang
wordt ingedrukt.
Afsluiting van de pro-
grammeringsprocedure
wegens de onderbreking
van de procedure (time-
out van 30 seconden of
toets E ingedrukt)
Afsluiting van de pro-
grammeringsprocedure
wegens een druk op een
toets of het invoeren
van een niet-toegestane
waarde
7) OMGEVINGSLICHTSENSOR
De lezer is (aan de voorkant) voorzien van een omgevin-
gslichtsensor.
De omgevingslichtsensor maakt de automatische activering
van de relaisuitgang OUT 2 voor de inschakeling van de
verlichting als het omgevingslicht zwakker dan de ingestelde
drempelwaarde is mogelijk, wanneer een geldige gebrui-
kerscode wordt gelezen/ingevoerd (en dus de deur OUT 1
wordt geopend).
De deactivering/activering van de omgevingslichtsensor en
de desbetreffende regeling is met behulp van de program-
meringsprocedure van de lezer mogelijk.
De leds van de achtergrondverlichting van het paneel gaan
branden en volgen de lichtsensor. Na een druk op een toets
gaan de leds 30 seconden lang branden, ook al geeft sensor
aan dat voldoende licht aanwezig is. De leds gaan echter
branden volgens de aanwijzingen van de sensor die op de
tussenliggende drempelwaarde is ingesteld, als de sensor
door de programmering gedeactiveerd is.
8) PROGRAMMERING
Na het invoeren van de Mastercode dient altijd op de Ok-toets
te worden gedrukt.
Tijdens een willekeurige fase van de programmering (program-
mering Mastercode, invoeren of wissen van een transponder/
gebruikerscode, timing van de relaisuitgangen, enz.) zal de
lezer een fout melden (1 pieptoon van de zoemer) en automa-
tisch de programmeringsprocedure afsluiten als de procedure
30 seconden lang wordt onderbroken, als op de toets E wordt
gedrukt of als op een niet-toegestane toets wordt gedrukt of
een niet-toegestane code wordt ingevoerd
De lezer wordt niet-geprogrammeerd geleverd.
Hieronder beschrijven we de verschillende programmeringen:
PROGRAMMERING/WIJZIGING MASTERCODE AFB.D
De mastercode dient minstens 4 cijfers te bevatten als deze
op het paneel wordt ingevoerd.
Nadat de mastercode is ingevoerd / de masterbadge is gelezen
of binnen 30 seconden na een vorige programmering of na
de DIP-SWITCH 1 op ON te hebben geplaatst:
• Houd de toets '0' ingedrukt tot u een tweede pieptoon hoort
en de led FBK (2 seconden) knippert
• Lees opnieuw de masterbadge of voer op het paneel
opnieuw de mastercode, gevolgd door de Ok-toets, in.
• De zoemer laat een pieptoon, gevolgd door een hoge
toon, horen; de gele led FBk gaat branden; de lezer wacht
op andere commando's voor de programmering.
De lezer hervat de normale functionering door de led RDY
in te schakelen en de led FBk uit te schakelen, als binnen
30 seconden geen andere handelingen worden verricht of
op de toets E wordt gedrukt.
INVOERING GEBRUIKERSCODES AFB.E
• Lees de masterbadge of voer op het paneel de mastercode
in.
Verifieer of de blauwe led RDY uit gaat en de gele led FBK
vast gaat branden.
• Lees de badge/trasponder of voer de te registreren ge-
bruikerscode, gevolgd door de Ok-toets, in.
De gele led FBK knippert 1 maal als de code correct is
opgeslagen.
De rode led ERR knippert 4 maal in het geval van lezen/
invoering van de al opgeslagen gebruikerscode.
• Het is mogelijk om meerdere gebruikerscodes achtere-
envolgens in te voeren door de procedure van punt 2 te
herhalen.