Inleiding
Het One-press-inbrengapparaat (MMT-7512) is een hulpmiddel voor het inbrengen van Medtronic MiniMed™-
glucosesensoren.
Gebruiksindicaties
Het inbrengapparaat is geïndiceerd voor gebruik bij één patiënt. Dit product mag niet door meerdere
patiënten gebruikt worden. Raadpleeg de systeemhandleiding voor aanvullende informatie, zoals de beoogde
leeftijdsgroep.
Contra-indicaties
Er zijn geen contra-indicaties in verband gebracht met het gebruik van het inbrengapparaat. Voor contra-
indicaties met betrekking tot continue glucosemonitoring, zie de systeemhandleiding.
Klinische voordelen
Niet van toepassing. Het inbrengapparaat is een hulpmiddel voor het inbrengen van compatibele sensoren van
Medtronic.
Veiligheidsinformatie voor de gebruiker
Waarschuwingen
Lees vóór het inbrengen van een sensor deze handleiding helemaal door. Het inbrengapparaat werkt anders dan
andere inbrengapparaten van Medtronic. Het niet naleven van deze aanwijzingen kan tot onjuiste plaatsing, pijn
of letsel leiden.
Voor aanvullende sensorgerelateerde waarschuwingen, zie de gebruiksaanwijzing bij de sensor.
Houd het inbrengapparaat buiten het bereik van kinderen. Het inbrengapparaat heeft kleine onderdelen die
verstikkingsgevaar kunnen opleveren, wat kan leiden tot ernstig letsel of overlijden.
Pas uw therapie niet aan op basis van sensorglucosewaarden. Sensorglucosewaarden en bloedglucosewaarden
kunnen van elkaar verschillen. Als een sensorglucosewaarde te laag of te hoog is, of als er symptomen van een
lage of hoge bloedglucosespiegel aanwezig zijn, moet u de bloedglucosewaarde controleren met een BG-meter
voordat u eventueel de therapie aanpast. Als u de bloedglucosespiegel niet controleert met een BG-meter
alvorens de therapie aan te passen, kan er te veel of te weinig insuline worden toegediend, met hypoglykemie of
hyperglykemie als mogelijk gevolg.
Zorgprofessionals en verzorgers:
• De sensor heeft een intrekbare naald. Er kan een lichte bloeding optreden. Draag altijd handschoenen bij
het inbrengen van de sensor.
• Dek de sensor af met een steriel gaasje als u de naaldbehuizing uit de sensor wilt gaan verwijderen.
Deponeer na het inbrengen van de sensor de naaldbehuizing direct in een afvalbak voor naalden om prikletsel te
voorkomen.
Controleer de sensorverpakking altijd vóór gebruik op beschadiging. Een sensor is steriel en niet-pyrogeen, tenzij
de verpakking geopend of beschadigd is. Als de verpakking van de sensor geopend of beschadigd is, deponeer
de sensor dan direct in een bak voor medisch afval. Gebruik van een niet-steriele sensor kan leiden tot infectie bij
de inbrengplaats.
Als u vragen of zorgen over het gebruik van het inbrengapparaat heeft, kunt u contact opnemen met het
Servicenummer van Medtronic voor hulp.
Neem voor medische vragen of zorgen contact op met een zorgprofessional.
Voorzorgsmaatregelen
Was vóór het inbrengen van de sensor uw handen met water en zeep om de kans op infectie te verkleinen.
- 61 -