apparaat geïntegreerde afdaalmecha-
nisme. Bij een val, zal het interne blokke-
ringsysteem de kabel of band blokkeren
doordat er een afgestelde rem wordt
geactiveerd die de val in optimale condi-
ties zal stoppen. Het apparaat wordt in
de fabriek afgesteld, de afstelling dient
onder geen beding te worden gewijzigd
om de prestaties niet te beïnvloeden.
DE WIJZIGING VAN EEN INSTELLING
MAAKT HET APPARAAT
GEVAARLIJK.
BESTURING
Voor elk gebruik doet u er goed aan over
te gaan tot een grondig visueel onde-
rzoek teneinde de volledigheid van de
IUB te verzekeren en van de uitrusting
die ermee kan worden verbonden
(conrector, verlenging...) en voorzor-
gen te nemen in verband met het opzet-
ten van een beveiliging van het volle-
dige systeem. In geval van beschadiging
van uw product, gelieve contact op te
nemen met de fabrikant of zijn manda-
taris.. Indien u twijfels heeft inzake de
veiligheid van een product of indien het
product gebruikt werd om een val op te
vangen, is het voor uw eigen veiligheid
van essentieel belang dat de IUB niet
langer meer gebruikt wordt en dat hij
teruggezonden wordt naar de fabrikant
of naar een erkend reparatiebedrijf voor
controle of vernietiging. Na onderzoek
zal het centrum al dan niet een geschre-
ven toelating afleveren voor het gebruik
van de IUB. Het is strikt verboden zelf een
IUB te wijzigen of te herstellen, alleen de
fabrikant of een herstellingscentrum is
bevoegd deze wijzigingen uit te voeren
(Afb. 1.1)
Als het antivalsysteem wordt geleverd
met een geïntegreerde uitrusting, is
het niet toegestaan de onderdelen van
dat systeem te vervangen. De volgende
punten zorgvuldig controleren:
Of de kabel of de riem op normale
wijze volledig af- en oprolt.
Dat de blokkage-functie goed
werkt door uit snelle ruk aan de
kabel en band te geven, deze moet
nu meteen blokkeren (Afb. 1.2)
Of alle onderdelen van het appa-
raat in goede staat verkeren en alle
sluitschroeven- en klinkbouten
aanwezig en op de juiste wijze
bevestigd zijn.
Of het uiteinde van de kabel of de
riem voldoende omhuld of vastge-
naaid is.
Of de bij deze uitrusting meege-
leverde gespen correct werken en
goed sluiten.
Of de metalen delen niet zijn aan-
getast door corrosie.
Of de kabel of riem over de gehele
lengte geen sporen van slijtage
vertonen (scheur, rafels, breuk,
corrosie, enz....) (Afb. 1.3)
OPMERKINGEN
De antivalbeschermingen met auto-
matische terugslag werden hoofdza-
kelijk ontworpen voor een gebruik in
verticale positie. Sommige modellen
kunnen echter ook gebruikt worden in
horizontale posities (voor bevestiging,
neem contact op met de fabrikant of
zijn mandataris). Maar voor elke instal-
latie wordt het sterk aanbevolen om
de afwezigheid van risico's op pendels
te controleren en om de kabel en band
te beschermen tegen elk snijdend en
schurend voorwerp. Controleer bij de
anti-valuitrustingen met automatische
retour van die zijn uitgerust met een
valverklikker, of deze niet in werking is
getreden. De inwerkingtreding van de
valverklikker duidt erop dat de uitrus-
ting een val of een zware trekkracht
heeft ondergaan. Het apparaat dient in
dit geval voor controle naar de fabriek
of een erkend reparatiecentrum terug-
gezonden te worden (Afb. 2).
Voer voor elk gebruik altijd de vol-
gende routine controle uit om er zeker
van te zijn dat het apparaat juist func-
tioneert.
- Trek de volledige kabel uit het apparaat
en laat het weer automatisch oprollen.
Dit verzekert dat de kabel vrij kan bewe-
gen.
- Inspecteer de haak met overbelas-
tingsindicator, deze moet vrij kunnen
draaien zonder dat het rode waars-
chuwingsgedeelte te zien is.
- Controleer of de haak open, dicht en op
slot kan. Als het apparaat is uitgerust met
schroefdraad sluiting, controleer dan of
de schroef van de pal goed sluit.
- Trek hard aan de kabel. Het apparaat
moet blokkeren om te voorkomen dat
de kabel verder uittrekt.
Het apparaat moet deze belasting kun-
nen verdragen en wanneer de kabel
losgelaten wordt moet hij weer auto-
matisch oprollen.
GEBRUIK
Verbinding :
De valbeveiliging met auto-
matische afdaling kan worden
bevestigd aan een betrouwbaar
bevestigingspunt via de hand-
grip of de musketon, een lus, een
verbindingsstuk overeenkomstig
de volgende normen EN 362, EN
354, EN 795.
Het verbindingsstuk aan het
uiteinde van de kabel of de lus van
het apparaat moet worden verbon-
den op het bevestigingspunt van
het harnas.
OPGELET GEVAAR : BEVESTIG DE
BAND VAN DE ANTIVALUITRUSTING
SLECHTS AAN HIERVOOR BESTEMDE
27
27