STORING
De hefbrug blijft tijdens het func-
tioneren staan en gaat noch
naar omhoog noch naar omlaag.
Bij het aanzetten van de hefbrug
begint de motor te lopen. De hef-
brug gaat echter noch naar
omhoog noch naar omlaag.
OPGELET: Schakel de hefbrug altijd uit voor kontrole-, reparatie- of onderhoudswerkzaamheden. Verbreek de elektris-
che aansluiting van de hefbrug met behulp van de hoofdschakelaar op de stuurkast. De OFF-positie van de hoofdschakelaar
dient met een hangslot te worden afgezekerd.
Pag.
30/56
E
GB
VERHELPEN VAN STORINGEN
OORZAAK
a) De hefbrug heeft tijdens het dalen
een hindernis aangetroffen.
b) De hoofdmoer op een van de zui-
len is gebroken. (Neem kontakt op
met de S.A.T. - technische dienst)
c) Verslapping of breuk van de aan-
drijfketting.
d) Een veiligheidskabel is afgeknapt.
e) Zekering F2, F3 of F4 is doorge-
brand.
De aandrijfriemen zijn kapot.
F
D
I
a) Laat de hefbrug enkele centimeters stijgen met behulp
van een moersleutel op de moer bovenop de hulpspil.
Verwijder de hindernis.
b) In het geval dat de hoofdmoer van om het even welke
zuil breekt wanneer de hefbrug belast is, dient een van
de volgende oplossingsmethodes te worden toegepast:
1) Gaat het om de hulpzuil dan maakt u de veiligheidska-
bel los aan de bovenkant van de hulpzuil en laat u de
hefbrug met de hand dalen met behulp van de daar-
voor bestemde moer die zich bovenop de spil bevindt
of via de hulplooprol. Vervang vervolgens de gebroken
moer en kontroleer de toestand van de spil.
2) Gaat het om de stuurzuil dan maakt u het uiteinde van
de eindspanner los en laat u de hefbrug met de hand
dalen via de hulp (grootste) looprol of door middel van
de daarvoor bestemde moer die zich op bovenop de
spil bevindt. Vervang vervolgens de gebroken moer en
kontroleer de toestand van de spil.
1) Een overslappe ketting kan met behulp van de kettin-
gleisponningen nr. 0698700 (alleen voor types
4EB0200 en 4EB0300) die zich op het grondvlak
bevinden, in drie spanposities bijgespannen worden.
2) In geval van kettingbreuk laat u de hefbrug met de
hand dalen door aan de twee spillen tegelijkertijd te
draaien, de stuurspil door middel van de looprol en de
hulpspil met behulp van de daarvoor bestemde moer
die zich er bovenop bevindt.
Voor het vervangen van de kapotte aandrijfketting zie
MOTAGE EN GEBRUIKSAANWIJZING.
d) Vervang de afgeknapte kabel.
e) Vervang de doorgebrande zekering.
Vervang de aandrijfriemen.
P
S
DK
NL
OPLOSSING
2675000-09/99
SF
N